Home Genealogy Lockhorst | Email



Notes for Gijsbertus van Elk


Gijs groeide op in het degelijk gereformeerde gezin dat woonde in de binnenstad. Hij doorliep in de jaren twintig de christelijke lagere school (De Wilhelminaschool, die toen nog aan de Torenwal was ondergebracht. Tegenwoordig is meubelhandel De Wit er gehuisvest) en daarna de in hetzelfde pand ondergebrachte christelijke mulo, zonder het diploma te behalen. Geheel volgens de traditie was hij lid van Knapenvereniging Obadja en later van de Jongelings Vereeniging op Gereformeerde grondslag Timothëus.

Wat het beroep van Gijs moest worden, stond pas laat vast. Het overlijden van zijn vader op maandag 2 maart 1931 moet een cruciaal punt zijn geweest. Gijs' oudste broer Jan nam uiteindelijk de nering van zijn vader over en kon zo in zijn eigen onderhoud voorzien. Moeder Neeltje moest op een andere manier aan de kost komen. Zij startte een kruidenierszaak aan de huidige Rijnstraat (toen Rijn 55) in Woerden, tegenover de Bonaventurakerk, om in het levensonderhoud te voorzien van het grote gezin. Daarmee haalde zij zich nogal wat op de hals, want de economische crisis die de wereld in de jaren dertig in haar greep had, is nog altijd berucht. Om onder die omstandigheden een kruidenierszaak te beginnen, vereiste moed. Gijs ging dus aan het werk tussen de balie met de koffiemolen en de rollen beschuit in de rekken aan de wand.

De eigen zaak betekende voor Gijs dat hij weer terug naar school moest, want moeder had geen kruideniersdiploma. Het kostte de nodige uren studie, tussen het rondbrengen van de boodschappen door, maar op woensdag 26 oktober 1938 slaagde Gijs in Utrecht voor zijn kruideniersexamen. Hij haalde hoge cijfers: vakbekwaamheid schriftelijk 9 eenderde en mondeling 8,5. Voor handelskennis: schriftelijk 9 eenachtste en mondeling een 7 min. Veel later heeft Gijs wel eens verteld dat deze grutterij hem nooit echt heeft getrokken. Maar hij zei ooit eens dat de goed gevulde kruidenierszaak hem en zijn gezin wel keurig en ongeschonden de oorlog had doorgeholpen, omdat hij borstels, suiker en zeep bij boeren in de omgeving van Woerden kon ruilen tegen melk die de twee opgroeiende kinderen Nel en Hans maar al te goed konden gebruiken. Dat de winkel na de oorlog op slot is gebleven lijkt hiermee verklaard.
Waar een kruidenierszaak al niet goed voor kan zijn. Tijdens een van zijn vele rondes door Woerden en omgeving op een fiets met voorop een grote rieten mand vol boodschappen, deed Gijs op een dag in 1934 de woning van de familie Van Helden, Van der Valk Boumanlaan 39, aan. Daar werd hij aangenaam verrast door het uit Rotterdam-Overschie afkomstige hulpje in de huishouding, Mien van Oosten. Het meisje, twee jaar jonger dan hij, was naar Woerden gekomen nadat zij haar opleiding als kleuterleidster had opgegeven, omdat haar vader de opleiding niet meer kon betalen. Ze diende bij een nicht van haar: Marie van Helden. Het klikte wel tussen Gijs en Mien. Ze stuurden elkaar met enige regelmaat 'anonieme' kaarten toe. Onder de postzegel schreven ze aan elkaar geheime boodschappen. 'Ik heb je lief', schreef Gijs in 1936 onder de postzegel aan Mien. Op zaterdag 26 september 1936 verloofde het paar zich.

Net als voor duizenden andere Nederlanders was 1940 ook voor de familie Van Elk, een bewogen jaar. Gijs' oudste broer Jan had vrijstelling van militaire dienst, maar zijn twee andere broers Faas en Teus moesten in augustus 1939 opkomen door de mobilisatie. Toen de oorlog op vrijdag 10 mei 1940 uitbrak, was de spanning in het gezin ongetwijfeld te snijden.
De bange voorgevoelens van die dagen bleken later terecht te zijn, want op de tweede dag van de strijd sneuvelde Faas bij het vliegveld Valkenburg. Hoe precies is onbekend. Een van zijn mede-soldaten schreef pal na de gevechten op een miniscuul briefje hoe Faas overleden was en dat hij vlak voor hij stierf 'alles met de dominee in orde had gemaakt'. Het briefje was, waarschijnlijk bij gebrek aan een exact adres, gericht aan de Woerdense gemeentepolitie. Een van de agenten bracht het briefje met het vreselijke doodsbericht naar de Gereformeerde predikant dominee C. van Reenen. Hij had de moeilijke taak naar de winkel aan de Rijn te gaan.
Gijs haalde later de bescheiden persoonlijke bezittingen van zijn broer in Valkenburg op. Zijn broer kreeg hij niet meer te zien. Die was tijdelijk begraven in een massagraf. Op donderdag 26 december 1940 woonde Gijs in Valkenburg nog een speciale kerkdienst voor de gevallenen bij. Faas kreeg een definitief graf te midden van 35 andere gesneuvelde Nederlandse militairen bij de Hervormde Kerk in Valkenburg.
Wat zich verder in dat jaar heeft afspeelde, vereist nadere studie, maar Gijs kreeg op donderdag 28 november 1940 een brief van Woerdense gemeentepolitie dat hij zijn commissie van onbezoldigd veldwachter der gemeente Woerden voor zondag 1 december moest inleveren. De brief was ondertekend door inspecteur Van Sintmaartensdijk. Gijs leverde de vergunning volgens de ondertekening van Van Sintmaartensdijk op maandag 2 december in.
De oorlogsjaren waren voor niemand leuk, maar kregen voor de familie Van Elk een extra macaber tintje toen Gijs' oudste broer Jan op woensdag 25 augustus 1943 door de Duitsers werd gearresteerd omdat hij in het verzet zat (hij was lid van de Oranje Vrijbuiters) en onderduikers verborg.

Op dinsdag 3 februari 1942 trouwde Gijs met Wilhelmina Elizabeth van Oosten, het meisje dat hij zeven jaar daarvoor voor het eerst had ontmoet. De toen 24-jarige bruid was geboren op vrijdag 23 maart 1917 in Delfshaven in Rotterdam (overleden op zondag 18 juli 1993 in Montfoort). De vader van de bruid was Johannes Cornelis van Oosten, van beroep brievenbesteller en portier bij de PTT in Rotterdam. De moeder van de bruid was Jannetje Arendje Langendoen uit Rockanje. 's Middags om 13.30 uur trouwde het echtpaar in de Gereformeerde Kerk aan de Delftweg in Overschie. De voorganger was ds. G.J. van den Boom.
De kosten van de sobere huwelijkceremonie in het Schiedamse stadhuis bedroegen dertig gulden en een dubbeltje, een bedrag dat Miens vader betaalde. Van een uitgebreide bruiloft was geen sprake. Twee of drie koetsjes voor bruid en bruidegom en de drie ouders die ze naar het stadhuis, de kerk en weer terug naar huis reden, vormden het enige feestelijke vertoon. De overige bruiloftsgasten moesten lopen. In een interview dat kleinzoon Bert-Jan Bouman hield met Mien zei ze: 'Er werd gewoon niets gevierd. Bij de bruiloft die in 1942 plaatsvond, was ook geen feest. In Overschie (dat moet volgens de kwitantie Schiedam zijn- BvE.) ging het koppel naar het gemeentehuis en tufte daarna met een treintje naar Woerden. De trein moest twee keer stoppen omdat er vliegtuigen overkwamen. De hele trein moest snel leeg en iedereen moest dan de kant van de spoordijk in. Hierdoor werd zoveel tijd verloren, dat de trein na spertijd - acht uur - pas aankwam. Iedereen is stiekem toch over straat gegaan en ook thuisgekomen. Ik denk dat de Duitsers het door de vingers hebben gezien. Wij konden er ook niets aan doen.'
Na de huwelijksvoltrekking vestigden Gijs en Mien zich in het winkelpand Rijnkade 5 III, hemelsbreed vijfhonderd meter meer naar het westen. Daar bleef het gezin enkele jaren wonen tot in november 1949 de woning in de Asterstraat kon worden betrokken. Op vrijdag 23 april 1943 werd in het pand aan de Rijnkade het eerste kind van het paar geboren: Neeltje Jannetje (Nel). De oorlog ging door en de gevolgen werden voor iedereen steeds beter merkbaar. Oproepen voor de Arbeitseinsatz kreeg Gijs voor zover bekend niet. Misschien wel omdat hij een kruidenierswinkel had. Dat betekende niet dat hij was vrijgesteld van alle dwangarbeid. Op dinsdag 4 april 1944 kreeg hij via een gestencild briefje opdracht van de burgemeester van Woerden mee te helpen met graafwerkzaamheden op Breeveld, ten oosten van Woerden, ter hoogte van de boerderij van W. Hofland (nr. 12) omdat de Duitsers de omgeving van Woerden wilden inunderen. Woensdag 5 en donderdag 6 april 1944 moest er gegraven worden van 8.00 tot 18.00 uur. Vergoeding voor de slavenarbeid bedroeg 50 cent per uur. De Woerdenaren moesten een schop en brood meenemen.
Er gebeurden ook prettigere dingen: op woensdag 21 juni 1944 volgde de geboorte van zoon Johannes (Hans).
Gijs ging meedoen aan het verzet en werd lid van de plaatselijke Knokploeg. De officiële datum is bekend: dinsdag 5 september 1944. Op die datum werd hij officieel lid van de Binnenlandse strijdkrachten. Gijs sprak alleen over het verzet als hem daarom werd gevraagd.
Een van zijn verhalen ging over wapens die 's nachts in de omgeving van het Brediusbos waren gedropt. De container was in de vijver voor de boerderij terechtgekomen en de leden van de groep moesten alle wapens uit het water halen. Het natte wapentuig werd door Gijs naar Woerden gebracht, door de in onderdelen uiteengenomen wapens in de rieten mand van zijn transportfiets te verstoppen en af te dekken met levensmiddelen. Tijdens een van de transporten kwam hij echter een stel marcherende Duitsers tegen. Omkeren zou argwaan wekken en daarom stapte hij af, ging keurig in de berm staan en verleende de soldaten beleefd de doorgang. Toen ze voorbij waren, stapte hij weer op en vervolgde zijn weg.
Gijs vertelde ook eens dat de natte wapens boven op zolder te drogen werden gelegd, in de zon voor het open dakraam. Hij zei zich pas later te hebben gerealiseerd hoe gevaarlijk dat was geweest, want de dochters van de buren hadden Duitse vriendjes. Een blik uit hun raam was vrijwel voldoende geweest om de wapens te zien liggen...

In de Tweede Wereldoorlog was Gijs lid van de verzetsgroep Uden, een van de twaalf groepen die in Woerden actief was.

Vanaf september 1944 was Gijs voor meer dan twintig jaar 'verkocht' aan Defensie. De eerste jaren na het einde van de oorlog gebeurde er veel: Gijs trad aan bij de Binnenlandse Strijdkrachten, gewest 13B, Zuid-Holland Oost, district Gouda, plaatselijk Commando Woerden, strijdend gedeelte, van dinsdag 5 september 1944 tot en met woensdag 5 september 1945 als lid. Op zondag 16 september 1945 ging Gijs over naar de Koninklijke Landmacht. Hij bleef in werkelijke dienst en werd ingedeeld bij de Gezagstroepen, district Delft. Op vrijdag 16 november 1945 volgde de overplaatsing naar de 17e compagnie Dienst Kwartiermeester Generaal. Hij kwam in dienst van de KL als vrijwilliger op de voet van een gewoon dienstplichtige tot zondag 1 september 1946. Gijs werd tijdelijk bevorderd tot korporaal op zaterdag 16 november 1946. Twee dagen later volgde de overplaatsing naar het Korps Verplegingstroepen en de verbintenis werd verlengd tot zaterdag 1 maart 1947. Op 1 maart 1947 werd hij weer gewoon soldaat en de verbintenis beëindigd. Hij viel toen in de categorie buitengewoon dienstplichtig van de lichting 1935 met groot verlof. Door een reorganisatie volgde per zaterdag 1 juli 1950 indeling bij het Regiment Intendancetroepen en op dinsdag 1 juli 1952 verliet Gijs als dienstplichtige Defensie wegens 'dienstbeëindiging'.
Dat zijn echter veranderingen op papier, want in het dagelijks leven werkt hij sinds 1 maart 1947 op het 'magazijn'.
Op dinsdag 5 maart 1946 aanschouwde het derde kind, dochter Jannetje Arendje (Jannie) het levenslicht.
Gijs bleef na zijn diensttijd, die op zaterdag 1 maart 1947 eindigde, bij het 'Magazijn' in het Woerdense kasteel werken, officieel het Depot Retourgoederen van de Dienst van de Kwartiermeester-Generaal geheten. In eerste instantie was hij werkman C in algemene dienst en vanaf woensdag 1 juni 1949 als schrijver. Op zondag 1 oktober 1950 trad Gijs in vaste dienst van het ministerie. De bevordering tot schrijver A volgde op donderdag 1 januari 1953 en exact die jaar later, op zondag 1 januari 1956, bevorderde de dienstleiding hem tot administratief ambtenaar C, 2de klasse. Hij hield die rang tot hij op dinsdag 1 februari 1966 eervol ontslag kreeg.
Op zondag 23 november 1947 werd het een na laatste kind, dochter Hendrika (Riki), geboren.
Het gezin verhuisde op zaterdag 12 november 1949 van Rijnkade 5 III naar Asterstraat 14. De huizen waren onderdeel van de eerste stadsuitbreiding van Woerden van na de oorlog. Het gezin vormde de eerste bewoners.
Stilzitten kon Gijs niet. Zijn werk bij het Magazijn als werkman in algemene dienst kon hem maar matig boeien. Hij ging weer studeren en wilde kennelijk promotie maken. Hij slaagde op dinsdag 1 maart 1949 met drie zessen voor het praktijkdiploma boekhouden. Later probeerde hij nog het diploma Middelbare Bedrijfsadministratie te halen, maar dat is niet gelukt.
Op woensdag 23 mei 1956 stierf moeder Neeltje op 72-jarige leeftijd in haar woonhuis 's Gravensloot C32, officieel gemeente Kamerik. Zaterdag 26 mei moest Gijs samen met zijn broers en zusters zijn moeder ten grave dragen. Neeltje kreeg haar laatste rustplaats op de begraafplaats aan de Meeuwenlaan.
Bijna tien jaar na de geboorte van Riki werd het gezin weer uitgebreid. Op maandag 11 november 1957 aanschouwde de laatste telg geboren: Gijsbertus jr. (Bert).
Gijs besloot op een gegeven moment Defensie te verlaten. Hij was teleurgesteld over het werk en de sfeer. Hij solliciteerde in 1965 naar een andere baan en trad op dinsdag 1 februari 1966 in dienst van de Martha-Stichting in Alphen aan den Rijn als boekhoudkundige kracht. Hij had het er erg naar zijn zin en bleef daar werken tot zijn overlijden in 1978.
HOME | EMAIL | SURNAMES |

Laatste wijziging op 19 april 2011 door Arwi Lokhorst
Rhode Island - USA

 


Page built by Gedpage Version 2.20 ©2000 on 18 April 2011