Dagloner (1828), later bezembinder in de Fluitersmaat te Renkum. In de Burgerlijke stand ook Böhmer, Bömer, Tenböhmer.
Uit het NOTARIEEL ARCHIEF
Als erven Kuiper-van den Erpeka: zie aldaar, nrs. 82-3
Kuyk, Wageninqen, 21-6-1851 (1212): HtB verkoopt aan Willem Schepers en eega Dina Piepers voor f25 een 'kennelijk afgepaald gedeelte van' heidegrond die HtB pachtte van de domeinen op 17-12-1832 en afkocht 30-10-1841: C391, in totaal groot 1 bunder 23 roeden 30 el.
Hondius Wageningen, 18-5-1857 (784) HtB leent bij de Wageningse majoor b.d. Jan George de Veer f400.= a 5%, met als onderpand zijn stukjes land in de fluitersmaat: C70, 71, 386, 416, 493, 494, 582, 583, samen 20 roede 68 el.
Karseboom, Oosterbeek, 6-11-1888 (730): Testament Johanna Kuiper; handhaaft haar oude testament, verplicht zoons Mathias en Karel aan Willem te betalen binnen 3 mnd. na haar overlijden kostgeld, fl= per week, m.i.v. 282-1888.
Karseboom 3-10-1892 (1492) Inventaris v.d. erfenis door drie zoons; Karel laat zich vertegenwoordigen. Deel v/d inboedel f600,= aan hypotheken, vier stuks grond. Zoon Mathijs wil alles openbaar verkopen (wat niet gebeurt, hij neemt later herhaaldelijk hypotheken op).
idem, 3-11-1892 (1521) afgifte der legaten als volgens testament.
Romswinckel, Dosterbeek, 2-6-1881 (1843) Hypotheek bij Nutsspaarbank f 200,= a 5%; pand in de Fluit C1016,1071 (deels).
Beek, Wageningen, 17-12-1832 (105) bij van Gennep namens de Domeinen: erfpacht van Grond in de Fluit, 1 bunder: 0 en Z de weg, W weduwe hendriks, N Heide. Kosten: fO,50 per jaar
(Not. Hondius, Wageningen): nr. 899i d.d. 6-2-1858; huurcontract tussen de vader en de drie zoons. Willem huurt de stukken Kadastraal C70 en 71 en de zuidwestkant van C583, Mathias C493--west (een huis van twee onder een kap),en een derde van C583, Karel C494=oost (de rest van het huis) en het laatste deel van C583; elk betaalt een huur van fl8.= per jaar.
nr. 900, dd. 6-2-1858: testament van Hendrik ten Böhmer, ten gunste van de langstlevende (vruchtgebruik), waarbij de drie kinderen de grond in eigendom bij de vader krijgen zoals nu verhuurd. Mathias' dochter Heintje erft 'n apart stukje.
nr. 901, d.d. 6-2-1858: testament Johanna Kuipers; vruchtgebruik voor langstlevende en later verdeling onder de kinderen zoals nu verhuurd.
NB: de koopcontracten van de grond nog niet gevonden; een hypotheek (2-5-'57) idem.
MEMORIE VAN SUCCESSIE omvat een afschrift van het testament, met daarin de clausule over Mathias' eerste dochter Heintje, die een stukje grond h 15 roeden (t.w.v. f 60,=) zou erven, af te houden van de grond van Willem. Die clausule vervalt, omdat Heintje inmiddels is overleden.
Als kadastrale nummers van de grond worden vermeld: (voor wie wordt niet gezegd) C1069 (huis en erf) 80 centiare, C1068 3,8 a, C1070 2,6 a, clOl6 8,5 a, en C1071 (vroeger C583?), bouwland, 81,5 are.
De grond met huizen wordt op f 1860,= getaxeerd, huisraad f60,=, er is van de zoons nog tegoed aan huur f 23,67 - totaal f 1143,67. Na aftrek van schulden (vn. een hypotheek van f400,=) resteert f638,63. Er was geen successierecht verschuldigd.
De KADASTRALE ATLAS VAN GELDERLAND 1832 (I: Renkum) meldt dat perceel C70 (bouwland, groot 0 ha 7.10) in erfpacht gegeven is door de Domeinen des Rijks aan Hendrik Beumer (moet zijn: Böhmer), het perceel C71 (schuur en erf groot 0.0.48, jaarlijks belastbaar inkomen f3.=) van idem aan idem in erfpacht en met recht van opstal. De percelen bevonden zich op de huidige noordhoek van de kruising van Ingenweg en Th. de Bockweg (de slagerij).