Bij vaders leven beleend met de Lockhorster goederen 14 jul 1414 en 29 jan 1413 met Sliedrecht, bij doode zijns broeders. tr. Elisabeth van Winsen. Uit hen stamt de tak, die de Lockhorster goederen behield, zich met hun zoon Gerrit te Leiden vestigde en in de mannelijke lijn uitstierf met Vincent van Lockhorst, ridder, die slechts dochters naliet. Bron: De Nederlandse Adel (1915, pag. 166).
Heer van Lockhorst, was in 1405 bij het beleg van Everstein, werd op 29 januari 1413 beleend met Slydrecht na doode van zijn broeder Arnt door Heer Daniel van Merwede. Hij kocht in 1411 goed aan den Ouden Rijn. Bron: Bijdrage tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden (Gen Bladen 1908).
LOCKHORST (Jan van), was, wegens het Sticht, bij het beleg van Hagestein en Everstein, in den oorlog tusschen hertog Willem en den heer van Arkel, (1405.) Zie Burman, Utr. Jaarb. D. I. bl. 56.
Heer van Lockhorst door opdracht van zijn vader, 1406. Hij lijftocht zijn vader daar weder in 1414. Onder Aert van Leijden, abt van St Paulus, na doode zijns broeder Aert wordt hij beleend met Sliedrecht. Bron: CBG, collectie Regt.
Lenen van het huis van Abcoude:
83. 1 morgen, (1437: zijnde een akker), in Nederlangbroek in de Veertighoeven, boven: Jan van Lokhorst, beneden: de landgenoten van Langbroek.
33. Het ambacht van Oversliedrecht (1569: Sliedrecht), gelegen tussen de kerk en Matena, met tienden
28-1-1413: Jan van Lokhorst zoals Arnout, zijn broer, Hackfort, 84 fo. 14~.
47. De tiende te Sliedrecht en Oversliedrecht aan beide zijden van de Merwede
21-5-1494: Nikolaas Jansz. voor heer Herman van Lokhorst, deken van Oudmunster te Utrecht, bij dode van Willem, diens vader, waarna overdracht aan Jan van Lokhorst, Hermans neef, Huis Hackfort, inv. 84 fo. 21.