Adam van Lockhorst Heer van Nederhorst, Overmeer, Vredeland, Kortenhoef, Zuylen, Westbroek en Zwesereng, werd 6 November 1617 met Zuylen beleend door opdracht van Caspar Quinget, werd in de Ridderschap van Utrecht beschreven 3 Maart 1643. (GB 1913)
Adam kocht Zuilen en werd 3 maart 1643 na zijn oudsten adel bewezen te hebben, geadmitteerd in de Utrechtse ridderschap. Hij liet slechts eene dochter na, die Zuilen aan haren man G. van Reede van Nederhorst bracht. Bron: De Nederlandse Adel (1915, pag. 167).
Van Buchel reisde in 1639 op verzoek van Adam van Lockhorst naar Amerfoort om daar bij de schout, Jonker Walraven van Arkel te informeren naar het geslacht van Grootveld, geparenteedr aan de Liendense Van Lockhorsten. Van Buchel beschrijft in zijn dagboek hoe hij 's avonds door een dorre, ongenoegelijke heide uit Amersfoort in Rhenen aankwam en een gesprek had met Hillebrant Vonck te Lienden, een man tussen 60 en 70 jaar oud, ziek te bed liggende. Hij bezichtigde er de kerk waar men juist begon te luiden in verband met het overlijden van de graaf van Culenborg, die heer van Lienden was. In de kerk zag van Buchel vele glazen van de Voncken en ook twee van de Van Grootvelds.
Ondanks de tegenstand van Godert Adriaan van Rheede van Amerongen, die beweerde dat Adam niet van de oud-adellijke Van Lockhorsten was, werd hij geadmitteerd in de ridderschap van Utrecht. Zijn enige (levende?) dochter bracht Zuilen door huwelijk aan de familie van Reede en de volgende generaties bracht het in het geslacht Van Tuijll van Serooskerken.
Inscriptiones monumentaque in templis et monasteriis Belgicis inventa / Arnoldus Buchelius (p454)
Maar hij, eiser, kent dit alleen in stad en land van Amersfoort, dat
* een zekere Hendrik van Lokhorst, een eenvoudige kistenmaker, een nazaat was van heer Adam van Lokhorst, ridder. Zo ook Lokhorst de papierverkoper, die bij de Bakkerbrug naast de heer van Loon woonde, en een nazaat was van dezelfde heer Adam van Lokhorst.
Heer van Zuijlen (koop sedert 1617). Was in 1613 schepen in Utrecht met den titel van Jonkheer. Wordt in 1643 in de Ridderschap van Utrecht beschreven, tegen het advies van G.A. van Reede van Amerongen, sustineerende hij niet van de oud adelijke Lockhorsten was. Bron: CBG, collectie Regt.
Adam and Cornelis van Lockhorst shared the responsibility of caring for their aged mother and ensuring that her last years were secure. "You have always been my dear good sons" Geertruyt Spoor wrote in the document wherein she granted permission for them to administer her financial affairs." As the family possessions were a sacred responsibility, the delegation of their administration symbolized the older generation faith that the younger shared its concerns.
Het winterverblijf van de Van Tuylls was gevestigd in Utrecht, waar vlak bij de Dom het huis nog te vinden is. Het ligt aan de Kromme Nieuwegracht op nummer 3/5 en herbergt nu het Utrechtse Instituut Schoevers. In de zeventiende eeuw kocht Adam van Lockhorst, schout van Utrecht, het pand nummer 5 als winterhuis voor zijn familie. Zijn kleindochter trouwde Diederik Jacob van Tuyll van Serooskerken
Lenen van het huis van Abcoude:
NEDERHORST
110. 4 morgen land, genaamd Loet, waar de boomgaard van de leenman op staat, strekkend van Horstwetering tot 5 morgen, (1388: genaamd Bloe- tinc land), behorend aan de vrouwe van Bloemenstein, moeder van de leenman, (1435: Vechtwaarts), zuid: de leenman met zijn huis ter Horst, noord: de paap van de kerk en het gasthuis van de Horst.
6-9-1654: Adam van Lokhorst, heer van Zuilen, Westbroek, Zwesereng enz., raad in de Staten, bij overdracht door Gerard van Rheede tot Nederhorst om de boedel van Gerard van Rheede, diens vader, te redden, 106 fol. 121v-124.
6-12-1656: Hendrik Spoor te Utrecht voor Johan Casembroot, schepen van Ùtt Vrije, voor Anna Elisabeth, dochter van Gerard van Rheede tot Nederhorst en Anna Elisabeth van Lokhorst, bij dode van Adam van Lokhorst, gehuwd met Swana van Ledenberg, haar grootouders, 106 fol. 198-199v.
In 1257 behoorde kasteel Nederhorst toe aan Alfert van Wulven. Later is een Alfert van Wulven zich "Van der Horst" gaan noemen. Gedurende meer dan 200 jaar volgden acht generaties Van der Horst elkaar op als eigenaar. In 1566 werd, na een proces, Herman van Zuylen erkend als Heer van Nederhorst; door middel van verkoop kwam het in 1579 in handen van Godart van Reede tot Saesfeld, Heer van Amerongen en Zuylenstein. In 1652 werd het kasteel door Godart van Reede verkocht aan zijn schoonvader Adam van Lockhorst, Heer van Zuylen. Via vererving kwam het aan zijn kleindochter Anne Elisabeth van Reede die huwde met Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken, haar stiefbroer. In 1695 werd het openbaar geveild. Koper was Godard Willem van Tuyll van Serooskerken en via zijn zoon vererfde het aan zijn dochter Dorothea.
13. Het gerecht van 5 hoeven land met tijns en tiend in Kockengen
7-7-1617: Steven van Schadenbroek, procureur, voor Adam van Lokhorst bij overdracht door mr. Hendrik van Detten, advokaat bij het Hof van Utrecht, voor de crediteuren van Johan van Resandt, 290 fo. 208.
2. 40 morgen land in (1476: Hoog) Bredeveld (1410: in het kerspel Woerden)
8-1-1639: Anton Verbeek voor Adam van Lokhorst, heer van Zuilen, Zwesereng, Westbroek en Lokhorst, gehuwd met Zwana van Ledenberg, erven van Johan en Emerentia van Palats, 1 fo. 25.
In 1641 besloot Van Liebergen zijn bezit in de Watergraafsmeer uit te breiden. Van Jonker Adam van Lockhorst kocht hij drie complete kavels met de erop staande huizen voor FL. 900,- per morgen. De totale oppervlakte van de kavels 10, 27 en 28 was 31 morgen en 304 roeden, ruim 25 hectare. Een jaar later werd de reden van deze aankoop duidelijk. In 1642 werd Daniel van Liebergen benoemd tot Heemraad en Schepen van de Watergraafsmeer. Voorwaarde voor een dergelijke benoeming was volgens Kruizinga het bezit van een hofstede en land in de Watergraafsmeer. (Park Frankendael)
Huis Zuilen
716 Album amicorum van Swana van Ledenberg, met bijdragen uit 1612 en 1613
717 Akten van lijfrente verkocht door de staten van Utrecht aan Jacob van Bemmel ten lijve van Gijsbert, zoon van Hendrik Gijsbertsz. Datering 1591-1602.
NB In 1618 gesteld ten lijve van Adam van Lokhorst
718 Akten van lijfrente verkocht door de staten van Utrecht aan Adam van Lokhorst ten lijve van zijn kinderen. Datering 1613-1631.
NB Betreft: - Hendrik, geboren ca. 1614 - Cornelis, geboren ca. 1620 - Elisabeth, geboren ca. 1619
719 Liquidatierekening tussen Adam van Lokhorst en zijn administrateur Hendrik Spoor. Datering 1654-1655.
720 Akte waarin Swana van Ledenberg een juwelenkoffertje met inhoud beschrijft dat zij vóór het overlijden van haar dochter Anna Elisabeth van Lokhorst van haar in bewaring had gekregen en dat later aan haar schoonzoon Gerard van Reede van Nederhorst is overgedragen. Datering1655.
721 Akte van schuldbekentenis groot 1000 gulden ten behoeve van Adam van Lokhorst, ten laste van Gerrit Gerritsz. van Schoonderwoerd, te Cothen, met Gerritje Joostdochter, weduwe van Gosen Gijsbertsz. van Schayck als borg, waarvoor deze hun roerende en onroerende goederen en effecten als zekerheid stellen. Datering 1649.
722 Sententie van schout en schepenen van Zaltbommel dat de erfgenamen van Joost Woutersz. Brant aan Adam van Lokhorst een schuld van 400 gulden moeten voldoen na overlegging van voldoende bewijzen door de eiser. Datering 1653.
723 Oktrooi van de staten van Holland voor Adam van Lokhorst om bij testament over zijn goederen in de provincie te beschikken. Datering 1654.
724 Testamenten van Adam van Lokhorst en Swana van Ledenberg. Datering 1655. Met akte van opening van een codicil, 1668.
725 Stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van Adam van Lokhorst en Swana van Ledenberg. Datering 1655-1701. Met retroakte, 1602.
726 Brieven gericht aan Adam van Lokhorst tijdens zijn verblijf ten huize van Jan Peter Spoor te Straatsburg ter behartiging van de belangen van de papierhandel van zijn vader Cornelis, afkomstig van Roelant van Haeren te Amsterdam en Thibault Rijsen te Boxtel. Datering 1604.
727 Stukken betreffende de toelating van Adam van Lokhorst tot de ridderschap van Utrecht, 1641-1652, met tot dit doel door hem verzamelde bewijsstukken van zijn afstamming, vanaf 1450.
728 Convocaties voor de vergaderingen van de ridderschap van Utrecht, ingekomen bij Adam van Lokhorst . Datering 1653, 1654.
Archieftitel: huis zuilen Toegangsnummer: 76 Toen er nog enige onzekerheid bleek te zijn over de positie van de erfpachtsgoederen wendde Quingett zich tot de staten van Utrecht om hierin klaarheid te krijgen, waarbij hij tevens voorstelde de erfpacht van het merendeel van de goederen af te lossen en de overige om te zetten in een stichts leen. Aldus geschiedde, met dien verstande dat het huis Zuilen, tot dusver allodiaal bezit van de heren van Zuilen, nu ook tot een stichts leen werd geconverteerd. Voortaan werden de heren van Zuilen dus beleend met het huis en de heerlijkheid van Zuilen, Zwezereng en Westbroek, drie morgen waar het huis op staat, twee hoeven land in Zuilen en tienden in Jutphaas, Westbroek en Schalkwijk. De zaak was rond in 1615. Kort daarop, in 1617, verkocht Quingett de bezitting aan Adam van Lokhorst, zoon van de rijke Amsterdamse papierhandelaar Cornelis van Lokhorst die dat jaar overleden was1 .
Voetnoot 1Cartularium van de abdij van St. Laurens, HUA, toegang 85-2, inv. nr. 12, fo 132vo
De koopsom voor de leengoederen plus de Zuilense tijnsakkers bedroeg 106.000 gulden. Afzonderlijk verkocht Quingett nog veertig morgen land te Westbroek aan hem (Adam van Lockhorst), die wel dezelfde zullen zijn geweest als de twee hoeven erfpacht in Westbroek, die in de erfpachtsakten genoemd zijn1 . Daarmee brak een nieuwe tijd aan, waarin de bezitting goed werd onderhouden, meer landerijen werden aangekocht en de eigendomsovergangen geen problemen opleverden, althans niet betwist werden. Van Lokhorst voltooide de door Quingett begonnen herstelwerkzaamheden aan het kasteel en wist bovendien te bewijzen dat hij uit een riddermatig geslacht stamde, zodat hij in 1642 kon toetreden tot de ridderschap van Utrecht. Toen hij in 1656 stierf liet hij echter alleen een vierjarige kleindochter na, Anna Elisabeth van Reede, geboren uit het huwelijk van zijn dochter met Gerard van Reede van Nederhorst.
Voetnoot 1RAU, Huis Zuilen, nrs. 3 en 42
In zijn testament had hij voogden benoemd uit de familie van zijn vrouw, Swana van Ledenberg, om het door hem en zijn vrouw nagelaten fortuin voor die kleindochter te beheren. Onder hen was het vooral Johan de Casembroot, echtgenoot van Charlotte van Ledenberg, die zich geducht weerde, telkens wanneer hij meende te bespeuren dat Gerard van Reede zich niet hield aan de in het testament vastgelegde bepalingen. Toch kon hij niet beletten dat Anna Elisabeth van Reede op dertienjarige leeftijd trouwde met Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken. Dat was de zoon van Reinoud en Agnes van Reede van Drakenstein, die als weduwe hertrouwd was met Gerard van Reede, de vader van Anna Elisabeth. Zo bleef het Lokhorst-vermogen toch in de familie. Sindsdien zijn altijd Van Tuylls heer van Zuilen geweest, totdat in 1951 de Zuilense goederen zijn ondergebracht in de Stichting Slot Zuylen.
Inventaris -- Schoonhoven -- Archief van de weeskamer, 1387 - 1809. Beheerscode ac 1059
150. Brieven van G. Joosten van Lienden aan zijn neef Adam van Lockhorst betreffende het begeven van een ambt door laatstgenoemde aan een zoon van Van Lienden, (begin 17e eeuw). -- 1 omslag Joosten van Lienden was destijds burgemeester van Schoonhoven, zijn moeder Harmina van Lochkhorst was een zuster van Cornelis van Lockhorst, vader van bovengenoemde Adam.
Gijsbert van Isendoorn trad op als gouverneur (leraar) voor de gebroeders Adam en Cornelis van Lockhorst (1619 - 1633).
Toegangsnummer: 76 (RAU)
Archieftitel: huis zuilen
2. Inventaris
2.1. Stukken betreffende verwerving en beheer van het landgoed en andere onroerende goederen
2.1.1. Goederencomplex huis Zuilen
2.1.1.1. Verwerving
2.1.1.1.1. Algemeen
3 Akten van verkoop en overdracht door Jaspar Quingett aan Adam van Lokhorst van de rechtsmacht in Zuilen, Zwezereng en Westbroek, het huis Zuilen en 3 morgen binnen de slotgracht en 2 hoeven land in leen van van de abdij van S. Laurens te Oostbroek, tienden in Westbroek en Schalkwijk, geheten de tienden van Zuilen, een tiend in Jutphaas geheten het Blok en tijnzen en rechten onder Wilnis, Westveen, Mijdrecht en Oudhuizen, genaamd de Zuilense tijnsakkers
Datering 1617
Omvang 2 charters en 2 stukken
2.1.1.1.2. Zuilen
9 Akte van erfpacht van het kapittel van Oudmunster te Utrecht voor Adam van Lokhorst na opdracht door Jaspar Quingett, van een halve hoeve land achter de Klop tegenover het voormalige convent Mariëndaal onder Zuilen
Datering 1617. Met retroakte, 1610, en akten van kwijtschelding van de erfpacht, 1620, 1621
Omvang 4 charters
10 Akte van overdracht door Hendrik Gijsbertsz. van Steenwijk aan Adam van Lokhorst van een huis te Zuilen aan het zandpad langs de Vecht
Datering 1621. Met bijlagen en retroakten vanaf 1606
Omvang 3 charters en 1 stuk
11 Akten van verkoop en overdracht door Degenhart Bartram, vrijheer van Lo, heer van Wissum, aan Adam van Lokhorst van een perceel land met huis en boomgaard genaam De Kijkwerf of Kickworp, gelegen in Oostwaard aan de Vecht, 1647. Met kaarten en stukken betreffende een voorafgaand proces tussen koper en verkoper inzake het gebruik van een voetpad en een kade langs de Vecht, 1646-1647
Omvang 1 charter, 1 omslag en 2 bladen
12 Akte van overdracht door Willem Lambertsz., schepen van Zuilen, aan Adam van Lokhorst van twee grafsteden in de kerk van Zuilen
Datering 1655
Omvang 1 stuk
2.1.1.1.3. Westbroek
42 Akte van overdracht door Jaspar Quingett aan Adam van Lokhorst van ca. 40 morgen land te Westbroek
Datering 1617
Omvang 1 charter
2.1.1.1.3. Westbroek
43 Akten van verkoop en overdracht door Berend Petersz. Schaey, echtgenoot van Dauwigje Gosensdochter, aan Adam van Lokhorst van 3 morgen land in het Buitenweg onder Westbroek
Datering 1621. Met retroakten vanaf 1552
Omvang 4 charters en 1 stuk
2.1.1.1.4. Elders
53 Akte van overdracht door Jaspar Quingett aan Adam van Lokhorst van 10 morgen land onder Themaat
Datering 1617
Omvang 1 charter
55 Akten van verkoop en overdracht door Cornelis van Heemskerk aan Adam van Lokhorst van 6 morgen land onder Maarsseveen
Datering 1621. Met bijlagen en retroakten vanaf 1599 en een verklaring van Van Lokhorst over een op dat land gevestigde hypotheek, 1636
Omvang 6 charters en 3 stukken
2.1.1.3.01. Functionarissen
151 Akte van aanstelling door Adam van Lokhorst, heer van Zuilen, van Nicolaas Dierout tot stadhouder van de lenen en tijnzen van het huis Zuilen, (1618). Met opgave door Dierout van de onder zijn berusting zijnde stukken
Datering 1654
Omvang 1 omslag
2.1.1.3.05. Huis Zuilen
251 Vergunningen voor Adam van Lokhorst, hem verleend door een aantal aan de Vecht gelegen gerechten, om in de winter naar en van het huis Zuilen over het Zandpad te rijden vanaf de Rode brug tot aan de Dirk Jan Huygensbrug, waartoe hem een sleutel ter beschikking wordt gesteld om de slagbomen op dit pad te openen en te sluiten
Datering 1646-1648
Omvang 1 omslag
2.1.1.3.07. Steenovens
353 Akte van verhuur door Adam van Lokhorst aan Lambert Gijsberts van een steenoven aan de oostzijde van de Vecht tegenover Vijfhuizen
Datering 1622. Met stukken betreffende de exploitatie, 1623- 1625
Omvang 1 omslag
2.1.1.3.10. Uitoefening van rechten
2.1.1.3.10.4. Patronaatsrechten
385 Rekest aan de staten van Utrecht van Adam van Lokhorst om toestemming te verlenen een vicarie, waarvan de collatie berust bij het huis Zuilen, toe te kennen aan Arnoldus Spoor Hendriksz., met gunstige beschikking
Datering 1655
Omvang 1 stuk
387 Akte van losrente van 9 gulden per jaar afgegeven door schout, buren en inwoners van Westbroek aan Niesgen, weduwe van Willem Huibertsz., 1565, ingetrokken in 1622 door Adam van Lokhorst met de bepaling dat de rente voortaan gebruikt zal worden tot onderhoud van de kerk van Westbroek, met kwitantie, 1621
Omvang 1 charter en 1 stuk
2.1.2.02. Holland
2.1.2.02.1. Heerlijkheden
2.1.2.02.1.1. Nederhorst
2.1.2.02.1.1.1. Verwerving
534 Stukken betreffende de koop door Adam van Lokhorst, heer van Zuilen, van het huis en de heerlijkheid Nederhorst, afkomstig van zijn schoonzoon Gerard van Reede, tot redding van de boedel van diens vader Godard
Datering 1652-1654
Omvang 1 omslag
535 Akte van belening door het kapittel van S. Marie te Utrecht van Adam van Lokhorst met de rechtsmacht in de polder van Horstwaard
Datering 1653
Omvang 1 charter
536 Akte van belening door de staten van Holland van Adam van Lokhorst met het huis Ter Horst
Datering 1654
Omvang 1 charter
2.1.2. Goederen en rechten niet behorend tot het huis zuilen
2.1.2.05. Gelderland 2.1.2.05.1. Betuwe
677 Akte van overdracht aan Adam van Lokhorst door Gijsbert van Maren c.s. van 13 hond bouwland te Geldermalsen en een morgen Lingeweide, met concept
Datering 1631
Omvang 1 charter en 1 stuk
2.1.2.10. Holstein
690 Akte waarin Frederik, hertog van Sleeswijk Holstein, verklaart dat hij na terugtrekking van Adam van Lokhorst, heer van Zuilen, voornaamste participant in de dijkage van Meggen-Bammer en Bergenhusentiend, en andere participanten, een nieuw college heeft opgericht tot beoordeling van te nemen maatregelen tot dijkage
Datering (1647). Concept
Omvang 1 stuk
2.2. Stukken betreffende heren en vrouwen van Zuilen en hun bloedverwanten
2.2.2. Familie van Reede
2.2.2.4. Gerard van Reede, 1624-1670, heer van Nederhorst en Vreeland
2.2.2.4.1. Persoonlijk
810 Stukken betreffende processen tussen Gerard van Reede en Johan de Casembroot, met name inzake de uitvoering van het testament van Adam van Lokhorst en het gebruik van huis, meubelen, rijtuig en paarden
Datering 1655-1657
NB Zie ook nrs. 927-946
Omvang 1 omslag
2.2. Stukken betreffende heren en vrouwen van Zuilen en hun bloedverwanten
2.2.3. Familie van Tuyll van Serooskerken
2.2.3.13. Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken, 1642-1692, heer van Zuilen, Westbroek, Vreeland en Nederhorst
2.2.3.13.1. Persoonlijk
926 Akten van voogdijstelling door Adam van Lokhorst over zijn kleindochter Anna Elisabeth van Reede van zijn zwager Johan van Ledenberg en zijn aangetrouwde neef Johan de Casembroot, met uitsluiting van alle anderen, met bijlage
Datering 1655, 1656. In meervoud, deels in afschrift, 1664
Omvang 1 omslag
Akte Inventarisnummer U120a1, aktenummer 183
Aktedatum 28-04-1696
Aktesoort Kwitantie
Notaris J. WECHTER ,UTRECHT
Uittreksel Naam eerste partij: Isaacq Croonstrom Naam echtgenote eerste partij: x Trajectina Anna Elisabeth van Thuyl van Serooskercken Beroep eerste partij: lieutenant collonel en brigadier majoor Naam tweede partij: Godert Wilhem van Thuyl van Serooskercken Samenvatting inhoud akte: voor uitoefening voogdy wat betreft de nalatenschap van Adam van Lokhorst en Swana van Ledenburgh, in leven echtelieden