Home Genealogy Lockhorst | Email



Notes for Lubbert Torck


TORCK of TURCK (Lubbert), heer van Hemert, waarmede hij 13 Mei 1564, onmondig zijnde, werd beleend, dagelijksch heer van Delwijnen en van de helft van Kerkwijk, zoon van Frederik Torck tot Zinderen en Maria van Wittenhorst, onthoofd 28 Juni 1586 te Utrecht. Hij onderteekende het verbond der edelen (1566). In 1578 werd hij in de ridderschap van Gelderland ingeschreven. Hij was kolonel en commandant van de vesting Grave, toen deze door den graaf van Mansfeld werd belegerd (Febr. - Juni 1586). Door toedoen van de troepen onder Hohenlohe en Norrits was het gelukt de stad van levensmiddelen en andere behoeften te voorzien (April), terwijl het garnizoen door uitvallen veel nadeel toebracht aan de belegeraars. Daarom werden deze door Parma met alie beschikbare troepen versterkt, terwijl de landvoogd zelf eene hevige beschieting kwam leiden. De burgers en de magistraat evenals een aantal krijgslieden, meenend dat de stad onhoudbaar was, drongen daarop bij Torck op de overgave aan. Hij gaf toe en verkreeg van Parma vrijen aftocht van het garnizoen en kwijtschelding van alle vervolging van de burgerij, waarop hij de vesting in handen van Parma overgaf (7 Juni). Slechts één hopman Denys de Charrette had zich krachtig tegen dit besluit verzet. De graaf van Leicester, die tot het ontzet van Grave in aantocht was en aan wien Torck op den dag voor de overgave nog geschreven had, dat de stad wel te verdedigen was, toonde zich zeer verstoord over de overgave. Hij riep Torck en zijne ondergeschikte officieren te Bommel ter verantwoording en deed hen gevangennemen. Op 27 Juni werd te Utrecht krijgsraad gehouden en werd Torck en twee kapiteins ter dood veroordeeld, omdat zij met Parma onderhandeld hadden en zich dus schuldig hadden gemaakt aan gekwetste majesteit. Het aanbod van Torck, om koningin Elisabeth van Engeland op zijn eigen kosten voor een groot aantal jaren te dienen, was niet voldoende om van Leicester gratie te verkrijgen, evenmin als de beden van zijne vrouw en andere betrekkingen. Hij werd 28 Juni, staande en in rood fluweel gekleed, onthoofd. Op het schavot had hij eerst met luider stem gezegd, dat hij niet met den vijand geheuld had, maar dat hij alleen had toegegeven aan de smeekbeden van de burgerij, toen hij Grave had overgegeven. Hij herhaalde deze toespraak in het fransch.
De echtgenoot van Torck Josina van Sallandt liet zijn lijk naar Hemert vervoeren en overeenkomstig zijn staat begraven. Hij had drie zoons, n.l. Frederik, heer van Hemert en Delwijnen, die huwde met Elisabeth van Goltstein, Johan, die huwde met Ermgard van Wilich tot Kervendaal en Lubbert, gehuwd met Hendrina van Arnhem en later met Jacoba van Arnhem, en een dochter, gehuwd met Andries van Goltstein tot Breil.
Zie: Bor, Ned. Oorl.bk. XXI 21-25 (706-713); Hooft Hist. boek XXIV 1063, 1064; Wagenaar, Vad. Hist. VIII 126-128; te Water, Verbond der Edelen III, 350, IV, 454-456. Geldersche Volksalmanak 1853, 225; 73, 129; 76, 11; 79, 9; 82, 24; Nederl. Adelsboek 1918, 85;
Haak

Hij was militair gouverneur van Grave tijdens het beleg van de stad door de Spanjaarden in 1586. Negen jaar lang was de stad in handen van de opstandelingen geweest, toen de Hertog van Parma probeerde Grave te heroveren. De Gelderse edelman (hij was heer van Hemert en Delwijnen) verdedigde de stad te vuur en te zwaard, waarbij hij zelfs enige uitvallen deed. De Engelse graaf van Leicester, opperbevelhebber van het Staatse leger, zou de stad komen ontzetten, maar dat lukte niet. De Spaanse troepen weerstonden Leicester en behielden hun posities.
De zware beschietingen en de dreiging van een bestorming zorgden voor paniek onder het garnizoen in de stad. De meeste officieren wilden niet langer afwachten of Leicester alsnog in staat zou zijn de stad te ontzetten. Turck zwichtte uiteindelijk voor de aandrang van zijn staf en gaf de stad over aan Parma. Zo werd Grave op 7 juni 1586 weer Spaans. Lubbert Turck en zÙun manschappen kregen een vrijgeleide naar Zaltbommel.
Weliswaar waren ze levend aan Parma ontkomen, maar zo makkelijk kwamen Turck en zijn officieren niet van hun eigen opperbevelhebbers af. De heren moesten voor de krijgsraad verschijnen. Door de militaire rechtbank werden ze ter dood veroordeeld voor het te snel opgeven van Grave. Drie weken na de capitulatie, op 28 juni, werden de vonnissen voor het Utrechtse stadhuis voltrokken. Vanwege zijn adellijke afkomst werd Turck, 35 jaar oud, onthoofd. Zijn beide kapiteins werden gewurgd. Bron: Brabants Informatie Centrum.

De Torcken behoren in de Gelderse adel niet tot de minsten. Zij bezitten in later tijd kasteel Rosendael (ook bezit van de stichting en te bezichtigen) en waren via de aangetrouwde Van Randwijck bevriend met de Nassau's. Een tragische dood sterft Lubberts kleinzoon: Lubbert (II) Turck in 1586. Deze is aanvankelijk, op ca twintigjarige leeftijd, belast met de verdediging van Nederhemert dat van cruciaal belang is als rugdekking voor Heusden. Kort daarop wordt hij gouverneur van Grave (van eminent strategisch belang voor de aanvoer vanuit Duitsland) en geeft deze vesting na ruim drie maanden belegerd te zijn, op 28 mei 1586 over aan de Spaanse troepen. Robert Dudley, graaf van Leicester, die Grave te hulp komt, ziet zijn pogingen hierdoor gefrustreerd en beschouwd de overgave als hoogverraad. Lubbert wordt gearresteerd, door de krijgsraad veroordeeld en staande - het recht van een edelman - onthoofd op 17 juni 1586.
Bron: Trees Blom; 'Lubbert Turck, Heer van Hemert ca 1555-1586'. In: Tussen de Voorn en Loevestein. Historische Kring Bommelerwaard, Jrg. XXV, 1989 no 67/pp 1-9.

1581 Lubbert Turck, Herr von Hemert, Kapitän im Dienste der Generalstaaten unter dem Oberst Christoph v. Isselstein wird von Martin Schenk bei Goor gefangen und in Blyenbeck in Haft gehalten (Geschichte der Familie Schenk S. 177). Zitiert nach Schroeder
1582 Lubbert Turck entkommt aus Blyenbeck (Geschichte der Familie Schenk S. 182). Zitiert nach Schroeder
1585 Lubbert Turck, Herr v. Hesbeen, Sohn des Wilhelm Turck und seiner Gemahlin Bertha Pieks, heirathet Cornelia v. Lockhorst (Précis hist. a. a. O.). Zitiert nach Schroeder [is niet deze Lubbert!]
1586 Juni 7 Alexander v. Parma erobert "Grave eine Festung an der Maas unter dem Commando des Lubbert Turck Herrn v. Hemert." Zitiert nach Schroeder
1586 Juni 28 Lubbert Turck wird wegen Uebergabe der Festung Grave enthauptet (Gesch. der Familie Schenk S. 223 Anm.; vgl. Joh. Turck, Supplement fol. 265). Zitiert nach Schroeder

Jonch[ee]r Lubbert Turck. [akte is doorgehaald]. Een jaerlijcxse losrente van driehondert ende vijftigh gulden tot XX st. brabants 't stuck, gehypoteq[ueer]t op de heerlicheijt van Hemert, ende een rijswaert geheten Schijnenwaert. [marge: is affgelost ende daerom dit hier geroyeert]. Rijksarchief, inv.nr.17, Leenboek Altena.
HOME | EMAIL | SURNAMES |

Laatste wijziging op 19 april 2011 door Arwi Lokhorst
Rhode Island - USA

 


Page built by Gedpage Version 2.20 ©2000 on 18 April 2011