Heer van Amelroy en Well. Onmondig beleend met Lockhorst na doode van zijn grootvader Vincent van Lockhorst. Droeg Slydrecht in 1610 over aan zijn oom Nicolaas van Mathesse. (Gen.Bladen 1908)
Werd op 10 Sept. 1590 minderjarig beleend met Amersoyen, waarvoor zijn moeder hulder was. Na de dood van zijn moeder werd door zijn voogden Lubbert Torck, heer van Heesbeen en mr. Cornelis Oem een uitstekend beheer gevoerd. De financiele toestand werd daardoor aanzienlijk verbeterd. Op 5 Apr. 1611 legde Otto VI zelf de leeneed af. Op 26 Mrt. 1628 werd hij aangesteld tot kapitein van een compagnie. Hij komt voor tot 1640.
Oegstgeest
102. 3 morgen veenland op de Mors, gemeen in 7 morgen land met de heilige geest te Leyden en Willem Jan Kerstensz.
22-8-1595: Otto van Arckel, heer van Amelseyde, onmondig, bij dode van zijn grootvader ionkheer Vincent, heer van Lockhorst en Heemstede. (1-8-1595: Lubbert Torck, heer van Heesbeen, en Cornelis van Oemraedt, voogden van de onmondige kinderen van George van Arckel, heer van Ammersoeden en Well, en wijlen vrouwe Anaa van Lockhorst, machtigen te Utrecht Amelis van Hoogeveen Gerritsz. de volgende lenen te verheffen:
1) van de leenkamer van Holland namens ionkvrouwe Anna van Arckel het huis, slot en heerliikheid van Heemstede c.a.;
2) eveneens namens ionkvrouwe Catharina van Arckel het landeken Engelant en de uitgors de Rietbrouck, gelegen in Poertegael in de lande van Putte;
3) namens Otto van Arckel het leen no. 102, de kinderen aangekomen van hun grootvader Vincent van Lockhorst).
11-2-1610: Cornelis Claesz. Korsteman, na overdracht door Otto van Arckel, heer van Amerzoyen en Well.