Heer van Heukelom.
Geboren voordat zijn vader, Jan III, het slot te Heukelom te zijnen behoeve overgeeft aan de heer van Culemborg, dwz. aan de grootvader van Otto IV. Na de dood van zijn vader zal Otto IV het nog zeer moeilijk gehad hebben om de geconfisceerde en zwaar met schulden beladen familie-goederen terug te krijgen. Op 30 Sept. werd hij beleend met de van zijn vader 100 Gelderse gulden uit de tol van Zaltbommel. Karel 'de Stoute', die als graaf van Charolais Heukelom gekregen had en in 1467 graaf van Holland was geworden bij de dood van zijn vader Philips 'de Goede', sneuvelde bij Nancy in 1477. Eerst daarna kreeg Otto IV zijn goederen terug en wel op 28 Febr. 1478 (Arch. rekenkamer Holland, A.R. archierf, no. 3, fol. 161-162). Op 11 Juny 1486 volgde eindelijk de leenbevestiging voor de heerlijkheid van Heukelom. In regest 1357 van de inventaris van de Nassause domeinarchieven, II band, 3, lezen wij dat op 26 Juny 1494 Otto van Arkel, heer van Heukelom, en andere leenmannen van Holland oorkonden ivm. Otto van Vueren heer van Nederspijck, die weer te Spijck mag komen. In regest 1374 vinden we verder nog betreffende deze Otto IV heer van Heukelom vermeld, dat graaf Jan van Egmond (de bekende manke Jan) die slot en stad van Heukelom heeft bezet, hem (Otto IV) op 19 Oct. 1496 belooft deze na de oorlog terug te geven. Otto IV heer van Heukelom was dood op 12 Juny 1503, op welke datum zijn weduwe zegelde.
15. Gerechten en tienden van Heukelum, voorzover roerend van Arkel
11-6-1486: Otto van Arkel en Heukelum zoals Jan van Arkel, zijn vader, die verbeurde door het slaan van slechte munt, met lijftocht van Walraven van Waardenburg, zijn vrouw, op f 200,- rijns, LRK 120 c.Arkel fo. 13v-14~.