Home Genealogy Lockhorst | Email



Notes for Jacob van Boschuysen


BOSCHUYSEN (Jacob van), voorkomende o.a. op het jaar 1504, zoon van Willem (zie kol. 248), en Lysbeth v. Noorde, huwde met Aleid, Jan Heermans dochter, die 14 Oct. 1517 als weduwe genoemd wordt (Arch. van d. Kerken, Reg. 2281); trouwens al op 27 Febr. (aldaar R. 470). In no. 374 a.w. (op 't jaar 1488) wordt als een zuster van Jacob de in de geslachtslijsten als zoodanig niet opgegeven Aichte (Agatha) vermeld, gehuwd met Cornelis van Dorp(e). Is zij dezelfde die in 1485 voorkomt als weduwe van Diert Dircxz. van Merenburch? (Arch. van de Gasthuizen R. 1407). Jacob en Aleida hadden een (kinderloos gestorven) zoon Jan, misschien dezelfde als Reg. 526 vlg. (vgl. onder art. Jan) en een dochter Adriana, eerste vrouw van ridder Hendrik v.d. Does, schout van Leiden (1518), overl. 12 April 1523.
Eén van de zoons van Jacobs broeder, Willem, den kastelein van Woerden en baljuw van Rijnland (zie kol. 248) was ook een Jacob (zie art. Willem), die echter voorkomt op het jaar 1527, gehuwd was met Aafje van den Bosch en bij haar verschillende kinderen kreeg o.w. Dirk, in 1557 genoemd als schout te Alphen, trouwens al schout in 1549 (Handv. en Priv. v. Rijnland 278). Behalve dezen bleven nog een zoon Jacob en drie andere kinderen over, onder wie de jongere Gommer, die bij Aleid van Heiningen een dochter kreeg, Elisabeth, gehuwd met Foy van Broekhoven, baljuw en dijkgraaf van Rijnland en verder schout en burgemeester van Leiden.
Men ontmoet in dezen tijd meermalen den naam van Jacob v. Boschuysen o.a. in verband met de gebeurtenissen van 1481. Zoo wordt ook de aanvoerder van 400 krijgslieden (evenwel vermoedelijk ten onrechte) genoemd, door den stadhouder van Holland bisschop David tegen Amersfoort en de Utrechtschen te hulp gezonden (zie art. Willem) (A.M.C. van Asch. van Wijck, Driejarige oorlog tusschen Maximiliaan v. Oostenrijk en de stad Utrecht (1481-1484) in: Tijdschr. v.d. Monde V, 96). Een Jacob v.B. is baljuw van Rijnland, al wordt hij als zoodanig meer dan eens verward met Willem (o.a. bij Burman, Utr. Jaarb.). Jacob v.B. was ook een der schatmeesters, die van de in het gevecht bij Westbroek (26 Dec.) gemaakte Utrechtsche gevangenen de losprijzen den tresoriers der stad Leiden Łtte rekeningeŁu gebracht hebben (Hist. Gen. Ber. IV, 210). Zoo was hij van nabij, soms zeer werkzaam, getuige van de gebeurtenissen van dat jaar (vgl. o.a. Orlers II 414), waarbij ook Willem (zie art.) en Bruning of Bruynink (zie art. Floris) betrokken waren, beiden in zooverre als zij behoorden tot de bij Broekhuysens overval van Leiden gemaakte, maar weldra weer losgelaten gevangenen.
Deze Bruynink moet wel de derde zoon geweest zijn van Floris (zie ald.), misschien in 1477 voorkomende, maar zeker in 1473 als Raad (hs. Slicher) en in 1476 als bewaarder van de Charters van Holland. Hij was gehuwd met Christina (Catharina Alg. Ned. Familiebl. VIII (1891) 178), dochter van Barend Quekel en van Maria van der Does. Brunings eenig kind, Margaretha (overl. 1510), schonk haar man Godschalk Oem v. Wijngaarden een aantal kinderen. Wat Jacob van Boschuysen betreft, belangrijker ambten heeft hij bekleed, n.l. dat van burgemeester van Leiden in 1485, 90, 91, en 94, terwijl hij schout was in 1498, 99, 1500 en 1501 (Bruynink bekleedde het eerste ambt in 1479 en 80; trouwens beiden worden, bij Orlers 591, ook genoemd onder de ŁtveertigŁu).
In 1499 was het Philips de Schoone, die het ambt van schout aan Jacob tegen 'n bepaalde som voor 4 jaar verkocht (Blok t.a.p. 95). Als zoodanig zijn zijne rekeningen van 1502-1504 bewaard (W.J.C. Rammelman Elsevier, Inv. v/h Arch. der gemeente Leyden II, 88). Ook in verband met de lakenweverij en de bezendingen naar Calais komt zijn naam voor (N.W. Posthumus a.w. I, no. 688, 722, 773). Behalve de andere zoons schijnt den laatstvermelden Jacob o.a. ook een zoon, Willem, te moeten worden toegekend, welke Willem Jacobsz. dan de tweede echtgenoot moet geweest zijn van Duyfje, dochter van Jan Jansz. de Zeeuw (geb. 1520), wed. van Huyck van Alkemade, welke vrouw met haar tweeden echtgenoot o.a. voorkomt op 13 Mei 1548 (Gen. en Her. Bl. III 360 vlg.).
Lit. Van dit art. is de lit. al genoemd in den tekst. Zie ook het vorig art. En vergelijk verder nog: Jaarb. van den Ned. Adel (XXXI) 1892-93, 87, 417. En nog: Hs. Bockenberg (Hist. Gen. Utrecht); W.J.C. Rammelman Elsevicr, De strijd tusschen Hoekschen en Kabeljauwschen in de jaren 1479-1483 in Ber. Hist. Gen. IV; dez., Inv. van het Archief v. Leyden I, 76.
Kooperberg
HOME | EMAIL | SURNAMES |

Laatste wijziging op 19 april 2011 door Arwi Lokhorst
Rhode Island - USA

 


Page built by Gedpage Version 2.20 ©2000 on 18 April 2011