Home Genealogy Lockhorst | Email



Notes for Jan van Poelgeest


POELGEEST (Jan van) (1), geb. omstr. 1325, overl. in 1389, zoon van Dirk (2) en van Clementia van Nyevelt.
Op jeugdigen leeftijd reeds verscheen hij op het oorlogstooneel en koos in den twist tusschen Willem V en Margaretha de zijde der moeder. Veel is dienaangaande niet opgeteekend; alleen blijkt, dat hij zich met zijn broeder Gerrit (1) op den burcht Poelgeest bevond, toen deze op last van Willem V werd belegerd en van hem wordt dan ook gesproken 4 Maart 1354 als Ùthertog Willem vergeelt zijn euvelen moed aan heer Gerrit v.P. en Jan zijn broeder hen wederom in zijn vriendschap ontvangt en hen wederom het vrije gebruik van hun goed geeft.Ùu
Batavia Illustrata vermeldt dat hij in 1365 bij Dordrecht in den strijd tegen de Bovenlanders doodelijk werd gekwetst; een gevecht in dien tijd is evenwel bij Balen, Beschr. v. Dordrecht niet opgeteekend. Het is echter aannemelijk, dat de beide gebroeders van P. zich na de verzoening tusschen Willem en Margaretha in vreemden krijgsdienst hebben begeven. Denkelijk hebben zij hun diensten aan Jan van Blois aangeboden bij wien zij in groote achting stonden. Op O.L.V. dag ter Lichtmisse 1363 gaf Jan van Blois Ùtaan J.v.P. zijn knape, om gedane en nog te doenen diensten 16 pond hollandsch slecht geld 's jaars te betalen bij den rentmeester van Schoonhoven en van der Goude en te houden in leenneÙu (Reg. B.B. Blois 1348-1380, fol. 29 verso). Deze schenking werd Donderdag na St. Martijnsdag in den winter 1368 vermeerderd tot een bedrag van 50 pond (a.v. fol. 122). Uit een charter van 7 Juli 1374 (van Mieris, III, 291) blijkt, dat Jan zich destijds met vreedzamer en stellig economischer handelingen dan oorlogvoeren bezighield. Hij had van den graaf van Blois op het eiland Tholen gronden ter bedijking ontvangen; wanneer dit was geschied is nog onbekend. Wel bestaat er een acte van 3 Febr. 1373 (van Mieris, III, 277), waarbij Jan van Blois aan ongenoemden vergunt den Deurloo(polder) te bedijken en opmerkelijk is het, dat deze behalve aan den Mosselhoek ook aan den Verbeliënpolder (Vrouw Beliepolder) zou grenzen. Heeft Jan v P. dezen laatstgenoemden polder ingedijkt en hem den naam van zijn gade gegeven?
Jan v.P., bouwde voor zich en zijn nazaten het huis ÙtCleyn PoelgeestÙu in de Lage Waard te Koudekerk, welk huis en bijbehoorende gronden hij Vrijdag na St. Martijn in den winter 1386 aan graaf Willem van Oostervant opdraagt. Hij ontvangt het wederom van dezen in erfleen terug, op achterzusterskind niet te versterven. In die acte (fol. 243 van dl. 50 der Holl. Leen- en Registerkamer), wordt dit goed beschreven als Ùtdat achtende weer van der kerc oestwaert te Koudekerc ende zine woninge mit enen goeden boemgaert, dat hout te samen seventien ende een half morghen lands ende een esbroec daer after en wat breder dan dat wederÙu. Op denzelfden dag maakte Jan v.P. zijn vrouw joncvr. Belie Gherits dochter van Oesterwijc den lijftocht van Ùtde mindere helft van een weer lands mit eenre woninge, daer hi nu ter tijt in woend ende enen boemgaert daeran mit enen elsbroec, welc weer hout seventien morghen twee hond lands behalve den werf, daer sine woninghe up staet ende die boemgaert ende dien elsbroecÙu (van Mieris, III, 455). Jan v.P. voerde het gewone wapen van Poelgeest doch met twee wildemannen als schildhouders en als helmteeken een aanzienden leeuw in plaats van een opvliegenden arend. In 1388 komt hij voor als ontvanger van Z. Holland; hij is 13 Jan. 1389 (1390) met heer Philips van Wassenaer en Willem van Naaldwijk getuige als hertog Albrecht aan Brielle belooft aldaar geen schout of bode te zullen benoemen dan die hun ambt zelf zouden bedienen, en ontvangt op den volgenden dag, 14 Jan. 1389 (1390) van hertog Albrecht Oost- en Westhelvoet in erfleen met uitzondering van het recht van putte en galge en van de heervaart in dat land (van Mieris III, 546). Spoedig daarna is hij overleden.
Is hierboven meermalen van Belia v. Oosterwijk als gade van Jan v.P. gesproken: in Mdbl. Ned. Leeuw XXXI, 227 staat Aleid van Beest (dochter van Gerbrand, ridder en van vrouwe Margaretha) als de vrouw van (dezen?) Jan van Poelgeest vermeld. Dit huwelijk moet vóór 1368 zijn gesloten en waarschijnlijk hebben wij hier met de eerste vrouw van Jan v.P. te doen; Belia v.O. zal de tweede zijn geweest. Als kinderen van Jan v.P. komen voor: Aleida, geb. in 1370 of vroeger, vermoord 25 Sept. 1392 als de bekende minnares van hertog Albrecht (zie over haar dl. V, kol. 522, 523 en Beelaerts in Die Haghe (1916) 1-7;
van haar dochter Willemijne, gade van den ridder Brustijn van Herwijnen spreekt Wapenheraut V 142); voorts Gerrit (2), die hiervoor gaat; dan Willem en Jan. Deze drie zoons zegelen 15 April 1420 tusschen den bisschop en onderscheidene edelen en steden (v. Mieris, III, 544). Eindelijk moet er nog een dochter zijn geweest, die met een van Toll was gehuwd en wier zoon Adriaan van Toll in 1413 met Gerrit (2) v.P. (voor de fam. v. Poelgeest) en Harpert van Foreest en Gerrit van Sparwonde (voor de Cusers) den zoen treft met de moordenaars van Aleid. Daar in den genoemden zoenbrief enkel sprake is van heer Gerrit v.P. en Adriaan v. Toll, komt het mij voor, dat Willem en Jan v.P. maar halve broeders waren van Aleid en dat dus deze laatste, Gerrit v.P. en Adriaan v.T.'s moeder uit een eerste huwelijk waren gesproten.
Zie nog: Leidsch Jaarboekje (1907), 114-117; (1912) 147-149; Alg. Ned. Familiebl. XVI, 22.
Regt
HOME | EMAIL | SURNAMES |

Laatste wijziging op 19 april 2011 door Arwi Lokhorst
Rhode Island - USA

 


Page built by Gedpage Version 2.20 ©2000 on 18 April 2011