Home Genealogy Lockhorst | Email



Notes for Johan Huijdecoper


Joan Huydecoper van Maarsseveen was tussen 1673-1693 dertien keer burgemeester van Amsterdam. Hij woonde in tegenstelling tot de meeste andere burgemeesters niet op een van de hoofdgrachten, maar in de Jordaan In 1666 werd hij bewindhebber van de VOC in 1681 Raad in de Admiraliteit van Amsterdam.
Joan was de oudste zoon van Johan Huydecoper van Maarsseveen (1599-1661). Oorspronkelijk heette de familie Bal, huydecoper was hun alias. Hij ging op school in Weesp en op zijn zestiende naar de Universiteit van Utrecht. Daar woonde hij bij de rector, de theoloog Voetius. In 1646 promoveerde Huydecoper evenwel in Leiden. Vervolgens ging hij op reis naar Saumur in Frankrijk (1647), Zwitserland en Italië, maar bleef in Genève steken, omdat zijn vader niet meer geld wilde sturen. De reis kostte 300 gulden per maand, dat was destijds een modaal jaarsalaris.

In 1655 reisde hij met zijn vader en Pieter de Graeff, zoon van Cornelis de Graeff, op diplomatieke missie naar Frederik Willem van Brandenburg in Berlijn om besprekingen te voeren over een bondgenootschap tegen Zweden. Op 12 maart 1656 trouwde Joan met zijn volle nicht Sophia Coymans (1636-1714). In 1658 werkte hij als handelscorrespondent in het kantoor van de firma Coymans op de Keizersgracht, waar zijn schoonmoeder de scepter zwaaide. Joan kon niet opschieten met zijn schoonmoeder en tante Sophia Trip. De echtelieden verhuisden naar de Lauriergracht 86, waar zij tot hun dood woonden. Hun kinderen Sophia (1662-1742) en Constantia Helena (1677-1743) werden gedoopt in de Westerkerk.

In 1660 dineerde hij twee keer met Mary Stuart en reisde naar Scheveningen om haar vertrek naar Engeland te aanschouwen. In 1661 ontving hij Amalia van Solms en haar dochter, de vrouw van de keurvorst van Brandenburg bij een tegenbezoek op Goudestein. In 1666 werd hij bewindhebber van de VOC, na steun te verlenen aan burgemeester Gillis Valckenier.

Burgemeester van Amsterdam
In 1672 wist hij te voorkomen dat de Franse troepen Goudestein plunderden. Hij bracht de nacht door met het inpakken van de inboedel, die hij de volgende dag in een inderhaast gehuurde schuit naar Amsterdam liet brengen.[3] In 1673 werd hij burgemeester van Amsterdam, nadat stadhouder Willem III de wet verzette en zestien vroedschapsleden ontsloeg. Al in 1675 raakte hij met de stadhouder in conflict. In december 1676 schaatste hij van Maarssen naar Baambrugge en terug. In 1681 werd hij lid van de Admiraliteit. In 1689 weigerde hij de nominatie van schepenen aan de stadhouder/koning in Engeland te zenden. In 1690 was hij betrokken bij een proces tegen Romeyn de Hooghe; aanleiding waren de erotische prenten te koop in zijn winkel in Kalverstraat.[4] Samen met burgemeester Hinlopen raakte hij in conflict Hans Willem Bentinck en in 1693 was zijn rol uitgespeeld.

Dagboeken
Joan Huydecoper hield jarenlang een dagboek bij, waarin hij veel bijzonderheden noteerde, met wie hij dronk en rookte, hoe laat hij thuis kwam, en naar welke kerk hij ging. Ook wat hij als geschenk had gekregen, meestal etenswaar, zaad of planten, maar ook een papegaai en een aap, die alle glazen omgooide. Hij vermeldde in 1659 bovendien hoe vaak hij het met zijn vrouw deed. In 1696 noteerde hij dat hij tijdens het Aansprekersoproer uitgemaakt werd voor een landverrader, zijn spullen verborg bij de buren en met zijn vrouw in bed kroop.

Sophia was elf keer zwanger en zeven kinderen bleven in leven: Johannes (1656-1703), Maria Eleonora, Sophia, Balthasar (1664-1686), Josef (1667-1709), Jan Elias (1669-1744), Constantia Eliana. In 1679 weigerde hij nog langer op zondag bij zijn schoonmoeder te gaan eten. Joan Huydecoper kreeg als voogd ook ruzie met zijn nicht Johanna Maria Hinlopen, een dochter van Jan J. Hinlopen, over haar voorgenomen huwelijk. Tot slot raakte ook Maria Temminck, de vrouw van zijn oudste zoon, uit de gunst.

Hortus Botanicus
Joan Huydecoper kweekte op zijn buitenplaats langs de Vecht en met enig profijt taxus en meloenen. In 1680 behoorden hij en Jan Commelin tot de oprichters van de Hortus Botanicus Amsterdam. Op verzoek van Johan Huydecoper stuurde diens neef Simon van der Stel regelmatig Zuid-Afrikaanse gewassen en zaden naar Amsterdam. Deze werden verdeeld over particuliere liefhebbers van planten en de Amsterdamse stadtuin. Ook van andere vestigingen van de V.O.C., Mauritius, Batavia, Ceylon, Bengalen, Coromandel en Suriname werd plantenmateriaal verzameld door Huydecoper voor de Amsterdamse Hortus. Hij ging meerdere malen op bezoek bij Antonie van Leeuwenhoek in Delft om door de microscoop naar allerlei dierkens te kijken.

Joan Huydecoper wordt in tegenstelling tot zijn vader nooit speciaal als maecenas genoemd. Niettemin is het verzameld werk van Jan Vos aan hem opgedragen, omdat zijn vader inmiddels was gestorven. Op de Lauriergracht woonden diverse kunstenaars als Govaert Flinck, Jurriaen Ovens, die zijn portret schilderde, Gerrit Uylenburgh, Johannes Lingelbach bij wie hij soms op bezoek ging en Melchior de Hondecoeter. In zijn huis was een bibliotheek met een Blaeuatlas, zijn vrouw verzamelde chinees porselein.

Het afscheid van tsaar Peter de Grote
Nadat het officiële gedeelte van de missie op een complete mislukking was uitgelopen, keerden de Russen naar Amsterdam terug. Daar bleven ze maanden talmen, in de hoop van hun gastheren toezeggingen los te peuteren, die de smart van hun politieke fiasco wat zou verlichten. Op 16 januari 1698 ontmoette Huydecoper bij een inspectie van het Herenlogement tsaar Peter de Grote, meer dan twee meter lang en een stevige drinker. Jacob J. Hinlopen accepteerde de uitnodiging om het afscheid te vieren, Huydecoper twijfelde. Toen hij de grote glazen zag, snelde hij zich naar de trap, maar werd in zijn nek werd gegrepen. Joan moest plaats nemen tussen de tsaar en zijn assistent Lefort en besloot met gevaar voor zijn leven door de zure appel te bijten.
HOME | EMAIL | SURNAMES |

Laatste wijziging op 19 april 2011 door Arwi Lokhorst
Rhode Island - USA

 


Page built by Gedpage Version 2.20 ©2000 on 18 April 2011