Johan Huydecoper van Maarsseveen was een koopman, projectontwikkelaar en zes keer burgemeester van Amsterdam. Tussen 1650 en 1660 was hij nauw betrokken bij de bouw van het stadhuis op de Dam en verstrekte diverse kunstenaars opdrachten om schilderijen te leveren.
Johan Huydecoper was de zoon van Jan Jacobsz. Bal, een banneling, die na de Alteratie een positie in de vroedschap had gekregen. Zijn vader behoorde tot de eerste oprichters van de VOC en wist handig te profiteren van de grote stadsuitleg van 1613. Johan groeide op in de Sint Antoniebreestraat. Volgens Gary Schwartz, de Rembrandtkenner, was hij in 1628 een van de eerste kopers in Amsterdam van werk van Rembrandt. In Maarssen liet hij de hofstede Goudestein langs de Vecht neerzetten. Als projectontwikkelaar verkocht hij grond en huizen in de omgeving. In 1632 werd hij als bewindhebber van de VOC geďnstalleerd. Twee jaar later werd hij in de Zweedse adelstand verheven. Al doende noemde hij zich heer van Maarsseveen.
Philips Vingboons ontwierp in 1639 een huis voor hem op het Singel. Het had een Grote Zaal met tapijten bekleedt en Zaal met goudtleer behangen. Het heeft wijders een heel cierlijcke grootte Tuyn, met een Fonteyn, beneffens eenige Statuen daer in; waer aen volght een Paarde Stal, met een Stal kamer, en gaet men voorts achter uyt met een groote poort. Govert Flinck schilderde in 1648 het Korporaalschap van Joan Huydecoper met Huydecopers huis op de achtergrond. Er bestaat ook een gravure van de achterkant van het huis rond 1663, naar een tekening van Jacob van Ruisdael, interessant omdat het graven van de Herengracht is te zien.
In 1650 liet Huydecoper de bruggen ophalen, de poorten sluiten en geschut aanslepen, vervolgens onderhandelde hij met stadhouder Willem II, toen die een aanslag op Amsterdam pleegde om de macht van de burgemeesters te beperken. De stadhouder eiste dat Andries Bicker en zijn broer Cornelis uit de vroedschap werden verwijderd. In 1655 reisde hij met zijn zoon Joan Huydecoper van Maarsseveen (junior) en Pieter de Graeff, zoon van burgemeester Cornelis de Graef, aan wie hij zijn carričre te danken had, op diplomatieke missie naar Frederik Willem van Brandenburg in Berlijn. Daar moest hij besprekingen voeren over een bondgenootschap tegen Zweden en als peetoom op treden bij de doop van een prins. Johan was buitengewoon bezorgd omdat hij de Duitse taal niet kende en nog nooit zo ver van huis was geweest.
Johan was een liefhebber van kunst en de beschermheer van Jan Vos, die zijn persoon, woning, buitenplaats, schilderijen en kinderen bezong. Artus Quellinus beeldhouwde zijn buste. Als overman van de Voetboogdoelen is Huydecoper in 1656 geportretteerd door Bartholomeus van der Helst. Huydecoper leverde een concept voor de vierde uitleg van Amsterdam, met gebruikmaking van een fortificatieplan, waarvan het traject al rond 1651 was bepaald. In 1661 ontving hij Amalia van Solms, bij een tegenbezoek op Goudestein.
Zijn dochter Eleonora (1631-1663) trouwde in 1657 met Jan J. Hinlopen.