Hij wordt soms met den titel ŁtridderŁu vermeld, doch waarschijnlijk ten onrechte, was heer van Achttienhoven en den Bosch (onder Nieuwkoop), welke heerlijkheid hem van zijn vader was aangekomen. Hij studeerde sedert 23 Febr. 1640 te Leiden, werd schepen te Amsterdam 1647-52, commissaris van de Desolate-boedelkamer, van de Bank van Leening en van de Kleine zaken aldaar; gecommitteerde in de Generaliteits-rekenkamer 1652, hoofdingeland van de Beemster 1654, pensionaris van Enkhuizen 1653-59, hoogheemraad van Delfland 8 Oct. 1660, meesterknaap van de wildernissen van Holland en West-Friesland 22 Nov. 1669, eerste meesterknaap Juli 1682, gecommitteerde ter Generaliteit 20 Nov. 1676, en in den Raad van State 1687. Den 16. Juni 1673 ging hij als gezant naar Brandenburg met het doel om, daar ons land met Lodewijk XIV in oorlog was, een verbond tusschen de Staten, den keurvorst, den Keizer en Spanje tot stand te brengen. Hij slaagde daarin gelukkig: de totstandkoming van het tractaat van Keulen aan de Spree (1 Juli 1674) was het resultaat van zijn bemoeiingen. Hij werd ook in bezending gezonden naar Friesland en Stad en Lande.
Pauw huwde te Amsterdam 27 Oct. 1648 met Barbara Johanna van Hove (n), 1629-70, dochter van Christoffel en van Maria Hendriksdr. Storm alias 's Gravesande. In 1656 wilde hij wegens beweerd overspel van haar scheiden (zie Bontemantel), doch de zaak werd geschikt. Zij hadden 3 dochters, waarvan 2 zeer jong overleden en de oudste, Cornelia, in 1676 met den bekenden ambassadeur Mr. Coenraad van Heemskerck huwde.
Zie: Adelsarchief (1900), 231-234, 262; Wapenheraut VI, 318; Vreede, Inl. Gesch. Ned. Dipl. I, 285; Kernkamp, Mem. Bontemantel II, 487; Journaal van Huygens Jr. I, 336, 337, II, 304, 437, IV, 40, 69.
Regt