Home Genealogy Lockhorst | Email



Notes for Maurits van Oranje Nassau


Prins van Oranje, Graaf van Nassau, stadhouder en van 1585 tot zijn dood kapitein-generaal van het leger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

Prins Maurits werd geboren te Dillenburg als zoon van Willem van Oranje en diens tweede vrouw Anna van Saksen. Toen Maurits nog geen jaar oud was, verliet Anna van Saksen het Slot Dillenburg. Maurits zou zijn moeder nooit meer terugzien.

Zijn vader was inmiddels leider geworden van de opstand in de Nederlanden en verbleef daar regelmatig. In het dagelijkse leven in Dillenburg werd Maurits dan ook streng Calvinistisch opgevoed door zijn oom Jan van Nassau. Hij studeerde eerst in Heidelberg (1575-1577) en vertrok toen naar de Nederlanden om in 1582 in Leiden aan een studie te beginnen.

Toen op 10 juli 1584 zijn vader in Delft werd vermoord, was prins Maurits 16 jaar oud. Op zijn 18e verjaardag werd hij al benoemd tot stadhouder en admiraal van Holland en Zeeland. In 1588 werd hij admiraal-generaal der Nederlanden toen de bevoegdheden van de Raad van State op hem werden overgedragen. Zijn eerste militaire actie was de verovering van de stad Axel op de Spanjaarden in 1586. Enkele jaren later, in 1590 en 1591, werd Maurits ook stadhouder van Gelderland, Utrecht en Overijssel. De titel Prins van Oranje was van zijn oudere halfbroer Philips Willem, van 1568 tot 1609 gegijzeld in Spanje. Deze kwam vrij in 1609 en kreeg de Bredase bezittingen en die van zijn moeder, Anna van Buren, met bijbehorende titel tot zijn beschikking. Pas na het overlijden van Philips Willem in 1618 werd Maurits officieel de Prins van Oranje.

Aanvankelijk stonden de zaken er slecht voor. Zijn leger was zwak en leed nederlaag op nederlaag tegen de Spaanse troepen. Maar langzamerhand slaagde prins Maurits er in om samen met raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt het tij te keren. In de jaren '90 van de 16e eeuw, toen de Spaanse landvoogd Alexander Farnese, hertog van Parma, door zijn bemoeienis met de Franse burgeroorlog werd afgeleid (overigens in opdracht van koning Philips II), behaalde hij wel militaire successen waardoor het gehele noordoosten van Nederland op de Spanjaarden kon worden veroverd. De jaren 1588 tot 1598 werden achteraf door historicus Robert Fruin Tien Jaren genoemd, vanwege zijn vele overwinningen in deze periode. Maurits nam Simon Stevin in dienst als adviseur en docent. Stevin pakte als militair ingenieur zaken aan, zoals de bouw van vestingen. Maurits werd internationaal als een groot generaal gezien. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het voorstel van de keurvorst van Keulen op de Rijksdag te Regensburg in 1597. Hij stelde voor om Maurits tot veldoverste van het Duitse Rijk te benoemen in de strijd tegen de Turken.
In totaal zou Maurits 43 steden en 55 forten veroveren met zijn troepen.

In 1600 werd het leger met Maurits als generaal door Van Oldenbarnevelt naar Duinkerke gestuurd om de daar aanwezige kapers te vernietigen; die waren immers in dienst van de vijand en richtten grote schade aan bij de Nederlandse koopvaardij. Maurits wilde deze operatie eigenlijk niet, en ontmoette op het strand bij Nieuwpoort een Spaans leger onder bevel van hertog Albrecht. Deze Slag bij Nieuwpoort wist hij wel te winnen. Toch koesterde hij sindsdien een wrok tegen Van Oldenbarnevelt, die het Staatse leger aan grote gevaren zou hebben blootgesteld.

Enkele jaren later werd onder leiding van Van Oldenbarnevelt een wapenstilstand gesloten met de Spanjaarden, het Twaalfjarig Bestand. Maurits vreesde vooral dat hij door het bestand als legeraanvoerder meer buiten spel zou staan met als argument dat de Spanjaarden hun militaire macht in vredestijd zouden kunnen versterken. Dit was een conflictsituatie. Ook tijdens het Twaalfjarig Bestand brak in de Nederlanden een conflict uit tussen de remonstranten en de contraremonstranten. Al snel ontaardde dit godsdienstige meningsverschil in een groot politiek conflict. De regenten kozen partij voor de remonstranten. Maurits hoewel ook gematigd remonstrants evenals Van Oldenbarnevelt, koos voor de contraremonstranten zodat het tussen Maurits en Van Oldenbarnevelt escaleerde, met als uiteindelijk gevolg dat de Hollandse raadpensionaris Van Oldenbarnevelt op 13 mei 1619 werd onthoofd op beschuldiging van landverraad. In 1612 werd Maurits aangesteld als pandheer van Bredevoort, waarvoor hij 50.000 goudguldens moet betalen. In 1613 werd Maurits opgenomen als ridder in de Orde van de Kousenband.

In 1620 werd Maurits, na het overlijden van zijn neef Willem Lodewijk stadhouder van Groningen en Drenthe. Een jaar later werd de strijd met Spanje hervat. Door de gerechtelijke moord op Van Oldenbarnevelt was de Republiek bestuurlijk lang niet meer wat het geweest was en ook militair leed Maurits enkele forse nederlagen. In 1623 vond een aanslag op zijn leven plaats, beraamd door de zonen van Johan van Oldenbarnevelt (Reinier en Willem), Claes Michielsz Bontenbal en andere remonstranten. De aanslag mislukte. Reinier van Oldenbarnevelt en Claes Michielsz Bontenbal werden hierop onthoofd en Willem van Oldenbarnevelt vluchtte naar Brussel. Prins Maurits stierf op 23 april 1625 in Den Haag. Hij is waarschijnlijk aan leverkanker overleden. Het devies van Maurits was Fortitudo mea Deus = God is mijn kracht. Dit is ontleend aan de Latijnse vertaling van Psalm 43:2. Het is tevens de wapenspreuk van Willemstad (Brabant). Ook had Maurits een lijfspreuk: Tandem fit surculus arbor (Eens wordt de stek een boom).
HOME | EMAIL | SURNAMES |

Laatste wijziging op 19 april 2011 door Arwi Lokhorst
Rhode Island - USA

 


Page built by Gedpage Version 2.20 ©2000 on 18 April 2011