Home Genealogy Lockhorst | Email



Notes for Willem Frederik George Lodewijk van Oranje Nassau


Prins van Oranje-Nassau, was van 1840 tot 1849 koning der Nederlanden, groothertog van Luxemburg en hertog van Limburg. Hij is ook bekend onder de bijnamen de Held van Waterloo en Slender Billy.

Willem (roepnaam "Guillot") werd geboren in Den Haag als zoon van de latere koning Willem I en van Wilhelmina van Pruisen. Na de vlucht in 1795 van zijn grootvader stadhouder Willem V en de uitroeping van de Bataafse Republiek trokken zijn ouders met hun driejarige eerst naar Engeland en daarna naar Duitsland.

Zijn jeugd bracht Willem door aan het hof van de koning van Pruisen waar hij een militaire opleiding kreeg en diende in het Pruisische leger. In Spanje diende hij onder Wellington in het Engelse leger. In 1813 keerde hij met zijn vader terug naar Nederland. In 1815 werd hij troonopvolger. Hij nam dienst in het leger toen Napoleon uit Elba ontsnapte en was Nederlands bevelhebber tijdens de Slag bij Waterloo, waaruit hij licht gewond, en in de ogen van sommigen zelfs als de "held van Waterloo", terugkwam. Bij de herdenking van de slag in 1865 maakte Multatuli deze gedachte belachelijk in zijn satire De zegen Gods door Waterloo. De latere koning heet hier Prins Willem de Groote van Oranje.

Van december 1813 tot mei 1814 was Willem verloofd met de Britse kroonprinses Charlotte Augusta, dochter van de latere koning George IV. Zij verbrak de verloving. Willem II trad daarop in februari 1816 in het huwelijk met Anna Paulowna, dochter van Paul I van Rusland. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren:

Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk (1817-1890), de latere koning Willem III
Willem Alexander Frederik Constantijn Nicolaas Michiel (1818-1848)
Willem Frederik Hendrik de Zeevaarder (1820-1879)
Willem Alexander Frederik Ernst Casimir (1822)
Wilhelmine Marie Sophie Louise (1824-1897)
Daarnaast verwekte Willem ook kinderen bij enkele buitenechtelijke relaties. Algemeen wordt aangenomen dat Willem en Marianne der Nederlanden en Wilhelmus van Dijck kinderen van hem zijn. Verder zouden er nog drie zoons en een dochter zijn waarvan Willem II vermoedelijk de vader is.

De homoseksuele relaties die Willem II als kroonprins en als koning met een aantal jongemannen onderhield werden door Eillert Meeter beschreven. De koning zou zich hebben omringd met dienaren die hij niet kon ontslaan vanwege wat Meeter de "afschuwelijke motieven" noemde waarvoor hij hen had aangenomen.

Na de hereniging van de Nederlanden werd hij o.a. minister van defensie in de regering van zijn vader. Hij verbleef echter meestal in de Zuidelijke Nederlanden in Brussel, ook in de halve jaren dat de regering zetelde in Den Haag (er was immers een beurtrol voor Brussel en Den Haag). Daar kwam hij in 1816 in contact met Franse revolutionairen die de Bourbonmonarchie wilden afzetten en een burgerlijk bestuur wilden invoeren, en Zuid-Nederland bij Frankrijk wilden voegen. Willem werd de kandidaat van deze rattachisten om Lodewijk XVIII op te volgen. Willems zwager, tsaar Alexander I, kwam echter via zijn zuster dit plan te weten en lichtte koning Willem I in. Die was razend, en vader en zoon leefden vervolgens in onmin.
Willem had zijn les niet geleerd. In 1820 ontdekte de Franse regering weer een complot tegen Lodewijk XVIII waar Willem een rol in speelde. Met diplomatieke heksentoeren kon Willem I een rel vermijden.


Willem hield zich koest, maar de relatie met zijn vader werd er niet beter op. Toen in 1830 de Bourbonmonarchie viel en Karel X werd vervangen door de burgerkoning Lodewijk Filips voelde Willem zich gepasseerd. Franse agenten organiseerden echter relletjes in augustus, en toen Willem I troepen stuurde naar Brussel om de orde te herstellen, zette hij zijn zoon aan het hoofd daarvan. Die kwam echter weer onder invloed van de rattachisten en uiteindelijk zorgde een reeks van gebeurtenissen ervoor dat Willem op 16 oktober 1830 de onafhankelijkheid van België uitriep (nadat het Voorlopig Bewind reeds op 4 oktober had verklaard dat dit zou gebeuren). Hij splitste het leger in noordelijke en zuidelijke regimenten, waarbij de noordelijke zich moesten terug trekken tot boven de Rijn.

In de chaos die op dit machtsvacuüm volgde, grepen Luikse en Franse milities de macht in de rest van België. Sommige "zuidelijke" bevelhebbers bleven trouw aan Willem I, zoals generaal Wilmars van het garnizoen van Luxemburg, en kolonel Dibbets in Maastricht. Ook de bevelhebber van Namen, generaal Jozef van Geen, bleef trouw, maar trok zich terug naar Antwerpen en later naar Tilburg en Eindhoven. Kolonel Ledel bleef ook trouw aan Willem I en verdedigde Zeeuws-Vlaanderen.

Toen generaal David Hendrik Chassé Antwerpen bombardeerde na een schending van het staakt-het-vuren door de revolutionairen, verklaarde het Voorlopig Bewind als wraak Willem en alle overige Oranje-Nassaus voor eeuwig vervallen van de troon. Willem trok zich uiteindelijk terug en zijn vader aanvaardde in 1839 de onafhankelijkheid.

Op 7 oktober 1840 besteeg hij de troon als Willem II. Onder zijn koningschap was de macht van de vorst al minder dan voordien. Hij betaalde jaarlijks vele miljoenen aan zwijggeld om zijn handel en wandel te verdonkeremanen. De revoluties van 1848 en 1849, waarin Lodewijk Filips I van Frankrijk werd afgezet en andere Europese vorsten met geweld tot concessies werden gedwongen deed hem nu ook vrezen voor zijn eigen troon. De koning verklaarde daarop tegenover zijn ministers dat hij in één nacht van conservatief geworden was tot liberaal. Dit was vooral de verdienste van de liberaal Thorbecke, die de nieuwe grondwet bijna volledig zelf had geschreven; deze grondwet was voor die tijd al wel een grote verbetering.

Willem II hield van bouwen. In Engeland had hij, tijdens zijn studie aan de Universiteit van Oxford, belangstelling gekregen voor de "Gothic revival". Hij liet de voorgevel van Daniël Marot vervangen door de huidige classicistische voorpui[2] en bouwde een groot neogotisch gebouwencomplex achter zijn paleis aan de Kneuterdijk in 's-Gravenhage.

Het te bouwen paleis, kasteel Vaeshartelt in Limburg, werd nooit voltooid en van een nieuw paleis in Tilburg werd alleen de kern gebouwd, die nu dienst doet als gemeentehuis. Rheeburg en Zionsburg in Vught werden aangekocht maar niet verbouwd of uitgebreid. Er was ook een voor de koning gebouwd gotisch jachthuis in Gorp[3].
Op het Loo liet de koning weinig sporen na. Hij woonde op het nabijgelegen jachtslot, het Oude Loo, dat meer aan zijn voorkeur voor de neo-gotiek beantwoordde.

Willem II regeerde slechts korte tijd als constitutioneel vorst. Na het overlijden van zijn lievelingszoon Alexander ging zijn gezondheid achteruit. Ook de problemen met zijn oudste zoon, de latere koning Willem III, gingen hem niet in de koude kleren zitten. Kroonprins Willem was het namelijk helemaal niet eens met de grondwetswijziging waar zijn vader mee had ingestemd. Hij heeft zelfs schriftelijk afstand gedaan van zijn rechten op de troon, wat hij later weer introk.

Toen Willem II op 13 februari 1849 voor het eerst de nieuwe Tweede Kamer toesprak, merkte men op dat hij er slecht uit zag en zijn stem zwak was. Begin maart wenste de koning zich voor korte tijd terug te trekken in het door hem geliefde Tilburg. Zijn lijfarts raadde hem dit af, maar de koning zette zijn wil door. Op 13 maart nam hij afscheid van zijn vrouw en reed naar Rotterdam.

In Rotterdam was Willem II gekleed in een lange mantel met als hoofddeksel zijn typische Russische muts. In de haven wilde hij een in zijn opdracht in aanbouw zijnde stoomjacht bezichtigen. Bij het aflopen van de trap raakte hij met zijn laars verward in zijn mantel en viel van zes treden af. Onmiddellijk stond hij weer op en op de ontstelde vragen reageerde hij met een geruststellend: Het is niets.

Toen de koning via Geertruidenberg naar Tilburg reisde werd hij door de menigte toegejuicht. Maar tegen de gewoonte in werd er vanuit het rijtuig niet gereageerd. Het slechte weer deed de koning geen goed en hij had de mantel dicht om zich heen geslagen.

In Tilburg aangekomen werden de gezondheidsproblemen erger. Willem II was ook niet meer in staat om stukken te bestuderen. Twee dagen lang was de koning ernstig benauwd. Op 16 maart kwam zijn zoon Hendrik op bezoek, waardoor zijn zin enigszins verbeterde. Toen koningin Anna Paulowna kort daarna ook arriveerde, werd zij niet meer toegelaten. Zij luisterde van achter de deur gespannen of zij zijn dierbare stem hoorde. Op 17 maart werd zijn toestand zeer kritiek. Rond drie uur kreeg Willem II een ernstige benauwdheid waarbij hij zijn arts in de armen vloog. Deze zette hem weer terug in zijn stoel, waarna hij stierf. Koningin Anna Paulowna was zo geschrokken dat zij zich gillend op zijn levenloze lichaam wierp. Enkele dagen heeft zij urenlang geknield bij zijn lijk gezeten.
Het lichaam werd naar 's konings wens niet gebalsemd en in een zinken kist gelegd. De kist was voorzien van een glazen plaat. Op 3 april werd Willem II uit Tilburg opgehaald om de volgende dag bijgezet te worden in de grafkelder in Delft.

Zijn in Engeland verblijvende zoon, de prins van Oranje, volgde als Koning Willem III zijn vader op. De vier wettige kinderen en de koningin-weduwe werden met financiële problemen geconfronteerd. Willem II liet schulden en zware financiële verplichtingen na. Zijn grote kunstverzameling werd daarom verkocht aan de tsaar van Rusland, waardoor een aantal Rembrandts in Sint-Petersburg terecht kwam.

De grote uitbreiding achter het paleis aan de Kneuterdijk bleek zo onoordeelkundig gebouwd te zijn dat instortingsgevaar dreigde. Van deze gebouwen rest nu alleen de "Gotische zaal".

Willem II beheerste de Nederlandse taal slecht. Toen hij in 1813 in Nederland aankwamm, beheerste hij slechts enkele zinnen Nederlands. Toen hij bij zijn inhuldiging in 1840 de eed moest uitspreken bespeurde men bij hem een sterk Engels accent.
HOME | EMAIL | SURNAMES |

Laatste wijziging op 19 april 2011 door Arwi Lokhorst
Rhode Island - USA

 


Page built by Gedpage Version 2.20 ©2000 on 18 April 2011