Home Genealogy Lockhorst | Email



Notes for Floris van Pallandt


Vrijheer van Pallant, Wittem en Weerd, heer van Wildenburg, Vrechen, Lede, Heiden, Oostkamp, Engelsdorff, Kintzweiler, Lienden, Oudenweerd, Maurik, Eck en Wiel, Ommeren, Dalem enz., bannerheer en erfschenker van Gelderland, geb. 1537, overl. te Kuilenburg 29 Sept. 1598. Wegens de krankzinnigheid van zijne moeder en het verlies van zijn vader op jeugdigen leeftijd werd hij door zijne oudtante Elisabeth van Culemborg, weduwe van Antonis van Lalaing, op het slot te Kuilenburg opgevoed. Zij was een trouwe aanhangster van de katholieke kerk en Floris was tot in 1566 een aanhanger van dit geloof. Zijne opvoeding werd te Brussel voltooid aan het hof van de landvoogdes Maria, de koningin-weduwe van Hongarije. Hij won het vertrouwen van den keizer. Tegen het eind van 1555 begaf hij zich naar Culemborg wegens de wankele gezondheid van zijne oudtante en werd kort na haar dood als graaf van Culemborg gehuldigd (19 Dec. 1555). Deze bezitting was door Elisabeth reeds aan den vader van Floris vermaakt en was mede door hare bemoeiingen door Karel V tot een graafschap verheven (21 Oct. 1555). Daar ook andere bezittingen van Elisabeth op hem overgingen, behoorde hij tot de rijkste nederlandsche edelen. Te Brussel, waar hij een huis naast dat van den graaf van Egmond kocht, voerde hij een grooten staat. Dit veroorzaakte dat hij zijne goederen met schulden moest bezwaren. Hij onderscheidde zich in den slag bij St. Quentin (1557) en rustte eene afdeeling ruiters uit, waarmede hij zich in Picardië in dienst van den hertog van Savoje begaf (1558). Hierdoor versterkte hij zijn aanzien bij den Keizer en bij kroonprins Philips. In de volgende jaren sloot hij zich echter aan bij de tegenstanders der regeering. Met den prins van Oranje en vele voorname edelen ijverde hij voor het verwijderen van den almachtigen kardinaal Granvelle uit de Nederlanden en hij voegde zich bij de tegen dezen gesloten Ligue. Hij was Nov. 1562 tegenwoordig op den rijksdag te Frankfort, waar de Prins, Egmond, Hoorne e.a. klachten indienden over de toestanden hier te lande en over het bestuur van Granvelle. Gedurende de laatste jaren van diens bewind was hij echter niet dikwijls te Brussel, maar vertoefde hij afwisselend te Kuilenburg en in verschillende plaatsen van Duitschland, waar hij zijn leenheer, den bisschop van Munster, met de tot zijne beschikking staande gewapende macht ondersteunde. Te Keulen woonde hij het huwelijk van zijne zusters Margaretha en Elisabeth met Jan Walraet van Merode en graaf Joost van Schouwenburg bij (1562). Zelf huwde hij 1562 te Biberich met Elisabeth van Manderscheidt. Hij begaf zich Sept. 1565 met haar naar Culemborg, waar zij als gravin gehuldigd werd. Inmiddels had van Pallandt zich niet onttrokken aan het verzet tegen de regeering in de Nederlanden. Zoo had hij zich begin 1565 nog met andere edelen verbonden om, wanneer aan den graaf van Egmond, die in dezen tijd naar Spanje vertrok, iets mocht overkomen, dit op den Kardinaal Granvelle te wreken. Spoedig treffen wij hem
weer te Brussel aan, waar Dec. 1565 in zijn huis bijeenkomsten plaats vonden, die leidden tot de oprichting van het Compromis der Edelen. Hij onderteekende dit verbond en woonde de vergaderingen te Breda en op het kasteel Hoogstraten bij, waar het verzoekschrift, dat aan de landvoogdes zou worden aangeboden, werd opgesteld (Maart 1566). Gedurende de dagen, waarop de overhandiging van dit stuk en de daaruit voortvloeiende besprekingen met de landvoogdes plaats vonden, (4-8 April) vergaderden de edelen telkens in zijn huis. Daar zou op laatstgenoemden datum de maaltijd hebben plaats gevonden, waar de aanwezige edelen den naam ÙtGeuzenÙu aannamen. Van Pallandt verliet Brussel 11 April en begaf zich naar Culemborg, waar de inwoners van het graafschap, die tot de hervormde leer waren overgegaan, hem bij een verzoekschrift toestemming tot het gebruik maken van de gasthuiskerk vroegen (6 Mei). De graaf stond hun verzoek echter niet toe. Zijn overgang tot de nieuwe leer had blijkbaar nog niet plaats gevonden. Eenige jaren geleden (1562) was te Culemborg nog een wederdooper Cornelis Aertsz. de Man levend verbrand. Zijne bekeering volgde echter spoedig, zeker onder invloed van zijne luthersche gemalin en van den voortgang der hervorming in het Zuiden. Van Pallandt vertoefde nl. begin Juli te Antwerpen, waar de Calvinisten vrijheid van godsdienst verlangden. De bijeenkomst der verbonden edelen te St. Truyen (14 Juli), waaraan van Pallandt deel nam, had gedeeltelijk onder invloed der bewegingen te Antwerpen plaats. Hij werd met anderen naar Duffel afgevaardigd, om te onderhandelen over de moeilijkheden op kerkelijk gebied. Inmiddels brak de beeldenstorm uit. Van Pallandt heeft getracht ongeregeldheden in zijn gebied Culemborg te voorkomen, terwijl hij hier de hervormde leer invoerde. Hij stond na zijne terugkomst uit St. Truyen aan een aanhanger van dit geloof toe te prediken. Op 30 Juli vaardigde hij echter een verbod uit tegen het lastig vallen van andersdenkenden. Vervolgens gelastte hij uit de kerken en overal elders de beelden te verwijderen. Toch had 30 Sept. de plundering der St. Barbara-kerk te Kuilenburg plaats. In 1566 vertoefde van Pallandt nog in de Nederlanden. April 1567 begaf hij zich naar zijn kasteel Weerd in Duitschland en vervolgens hield hij zich te Keulen, Biberich en andere duitsche plaatsen op. Hij werd 19 Jan. 1567 voor den Raad van Beroerte gedaagd, waartegen hij uit Keulen protesteerde (Maart 1568). Hij werd 28 Mei veroordeeld tot eeuwige verbanning uit 's konings landen onder bedreiging met den dood bij overtreding en tot verbeurdverklaring van al zijne goederen in het gebied van koning Philips gelegen. Kort daarop werd zijn huis te Brussel afgebroken en werden zijne kasteelen Culemborg en Wittem bezet. Het laatste heroverde hij voor een tijd. Hij bracht troepen bijeen, om de door Willem van den Berg, de Villiers e.a. beraamde invallen in Gelderland of Brabant te ondersteunen. Ook Lodewijk van Nassau ondervond steun van hem bij zijn veldtocht in 1568, terwijl hij in 1570 en 72 den Prins van Oranje geld voorschoot voor diens invallen in Brabant. Hij trachtte, hoewel zonder gevolg, den Keizer en de duitsche vorsten tot bemiddeling tusschen de Nederlanders en de spaansche regeering te brengen. In dien geest diende hij met anderen en uit eigen naam verzoekschriften in (1570). Na Alva's vertrek keerde van Pallandt naar de Nederlanden terug en bood zijne diensten aan de Staten van Holland aan. Hij bezocht Oct. 1574 de vergadering van dit college te Dordrecht, vertoefde vervolgens te Middelburg en bevorderde het tot stand komen der Unie tusschen Holland en Zeeland (1575 en 76). De Prins benoemde hem tot voorzitter van den Landraad, die Aug. 1575 naast hem werd opgericht, doch welke slechts een kortstondig bestaan heeft gehad. In genoemd jaar had hij ook geijverd voor het aanbieden der souvereiniteit over Holland en Zeeland aan den prins van Oranje. Toen deze weigerde, drong hij aan op het zenden van een gezantschap naar Engeland, dat de opperheerschappij over de Nederlanden aan koningin Elisabeth zou opdragen. Eene oneenigheid met Engeland, ontstaan door het in beslag nemen van eenige visscherschepen uit Zeeland, werd door bemiddeling van van Pallandt uit den weg gerulmd. Na het sluiten der Pacificatie van Gent diende hij als bemiddelaar voor de aansluiting van Gelderland bij dit verbond. Sedert dien tijd werd hij als lid der ridderschap van Gelderland beschreven en bezocht hij de vergaderingen der Staten van Holland niet meer. In Januari 1578 werd hij door het kwartier Nijmegen voorgedragen tot stadhouder van Gelderland, maar op zijn verzoek werd Jan van Nassau tot die waardigheid benoemd. Hij aanvaardde de Unie van Utrecht (April 1579) maar niet als graaf van Culemborg, alleen voor zijne heerlijkheden, waarschijnlijk omdat hij ontbinding der Pacificatie van Gent niet wenschelijk achtte.
Sedert 23 Jan. 1577 had van Pallandt weer zijn intrek op het kasteel te Kuilenburg genomen, dat sedert dien tijd zijne gewone verblijfplaats werd. Door zijne ligging was het ook van belang voor de verdediging der grens, zoodat er geregeld eene compagnie staatsche troepen lag. Van Pallandt was een aanhanger van den graaf van Leicester, zoowel omdat hij veel verwachtte van de ondersteuning van Engeland, als omdat hij in zijne geloofsovertuiging een geestverwant van den landvoogd was. Diens medestanders in Utrecht, Herman Modet, Karel van Trillo en Gerard Prouninck vonden na hunne verdrijving een toevluchtsoord te Culemborg. Prouninck's zoons werden tegelijk met van Pallandt's zoon opgevoed. Joan Bax, die door Leicester tot commandant van Muiden was benoemd, stelde hij aan tot bevelhebber over het garnizoen te Kuilenburg. Later heeft van Pallandt zich wel minder gunstig over deze aanhangers van Leicester uitgelaten. Van prins Maurits had zijn partij kiezen voor Leicester hem niet voorgoed verwijderd. Hij bevorderde althans 1590 diens verkiezing tot stadhouder van Gelderland. In 1589 en volgende jaren geraakte hij in moeilijkheden, doordat hij toeliet, dat te Kuilenburg munt werd geslagen voor de Groninger Ommelanden. De Staten-Generaal achtten dit in strijd met de regeling, die ten opzichte van het muntwezen in de Nederlanden was getroffen en lieten den muntmeester Hendrik Kraeyvanger arresteeren. De laatste levensjaren van van Pallandt waren niet gelukkig door ongenoegen met zijne tweede vrouw, wier gedragingen tot veel ergernis aanleiding gaven en van wie hij zich liet scheiden (1583). Verder procedeerden zijne drie zusters tegen hem over hare aanspraken op verschillende bezittingen. Van Pallandt was zeer bemind door zijn ondergeschikten en hij genoot de vriendschap van vele bekende staatslieden en geleerden. Hij droeg zorg voor de toeneming der welvaart en het onderwijs in zijn gebied. De kerkelijke plechtigheden nam hij nauwgezet waar. Zijne lijfspreuk was Ùtlibertas vita cariorÙu.
Hij was gehuwd met Elisabeth, gravin van Manderscheidt, Blankenheim enz., die hem eene dochter Elisabeth schonk en hertrouwde met Philippa Sidonia van Manderscheidt-Blankenheim-Gerolstein, die de moeder werd van zijn zoon Floris (die volgt).
Van Pallandt's biografie is geschreven door G.D.J. Schotel, Floris I en II van Pallant (Arnhem 1846); zie de literatuuropgaven ald. Zie verder M. ab Isselt, Sui temporis historia (Col. 1602); Strada, De bello Belgico (Romae 1632-47); van der Haer, De initiis tumultuum belgicorum (Duaci 1587); van Loon, Nederl. Hist. penningen (Haag 1723-41); Marcus, Sententiën van Alba (Amst. 1735); te Water, Historie van het Verbond der Edelen (Middelb. 1753) en Tweede Eeuwfeest van de Vrijheid (Middelb. 1772); Voet van Oudheusden, Beschrijving van Culemborg (Utrecht 1753); Bondam, Onuitgegev. Stukken (Utr. 1779); van de Spiegel, Onuitgegeven Stukken (Goes 1780); Groen van Prinsterer, Archives de la maison d'Orange- Nassau (Ser. I, I-II); Bruce, Corresp. of Rob. Dudley, earl of Leycester (Lond. 1844); Haak, Paullus Merula (Zutphen 1901) Bijlage; Rachfahl, Wilhelm von Oraniën und der Niederl. Aufstand (Halle 1906-10) II, III. De bekende werken over den 80-jarigen oorlog van Bor, van Meteren, Wagenaar, Motley. Voor artikelen over van Pallandt zie Petit's Repertorium en Supplem.
Haak


Graaf van Culemborg, vrijheer van Pallandt, Wittem en Weert, heer van Wildenburg, Vrechen, enzovoort, bannerheer en erfschenker van Gelderland. Hij trouwt met Philippina Sidonia van Manderscheid Gerolstein en krijgt op 28 mei 1578 in Culemborg een zoon die de naam Floris krijgt. Zijn zoon trouwt op 04 maart 1601 met Elisabeth van Berg 's Heerenberg. Familiewapen: Gevierendeeld: 1 en 4 in goud drie zuilen van rood (Culemborg), 2 en 3 in zilver een leeuw van zwart, getongd en genageld van rood (Van der Lecke). Over alles heen: een hartschild gedwarsbalkt van zwart en goud (Van Pallandt). Bron: www.wazamar.org

In het paleis van Floris van Pallandt, graaf van Culemborg, aan de Klein Zavelvond in Brussel komt een groep edelen in 1565 enkele keren bijeen om over de oprichting van een verbond te praten. Ze willen dat er einde komt aan de vervolging van 'ketters' in de Lage Landen. In het huis van Culemborg smeedt de Grote Geus, Hendrik van Brederode de scheldnaam geus (bezitloze) om in een ere-titel.
HOME | EMAIL | SURNAMES |

Laatste wijziging op 19 april 2011 door Arwi Lokhorst
Rhode Island - USA

 


Page built by Gedpage Version 2.20 ©2000 on 18 April 2011