De ondertrouwakte luidt: " Johanna Cnelissen, weduwe van Gerrit Teunissen van der Burg, en Hendricus Derkse van den Broek, jongeman, bijde in Barnevelt. NB. Deese geboden sijn gestuit dog hebben naaderhand hunne voorgang gehad" op 16 januari 1737.
Johanna voerde in 1737 een proces met haar dochter om de verdeling van een erfenis, dochter van Cornelis Driessen van Eps (Papiermolenaar) en Luitje Wouters, geb. te Apeldoorn op 1 jan 1677, overleden vóór 1749.