Schout van Utrecht. Heer van Lockhorst na zijn broeder [Adam].
Krijgt bij testament van zijn grootvader het andere deel van Amersfeld en Emelaer, beleend daarmede 24 Jun 1337, erft de goederen van zijnen broeder, die echter in bezit waren genomen door den jongsten broeder huns vaders Gerard (Gerrit) van Lockhorst, en na diens dood in 1337, door zijn oom Wouter. Bij uitspraak van den abt van St Paulus wordt deze echter gedwongen zijn neef Arnout alles terug te geven en wordt laatstgenoemde met zijne voorvaderlijke goederen beleend 3 Jun 1352. Bron: De Nederlandse Adel (1, pag. 165).
Met Lockhorst, Emelaer enz. beleend door Hendrik van Bouchout, Abt van St Paulus. Arnt beleend met het andere deel van Emelaer en Hamerfelt en na de bijlegging van het geschil met zijn neef door tusschenkomst van den Abt van St. Paulus met Lochhorst enz. 3 juni 1352. Hij was in 1377 leengetuige van den Abt van St Paulus. Schout van Utrecht. Bron: Bijdrage tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden (uitgave 1909).
Genealogische en Heraldische Bladen 1909 - Emiclaer -
Sondag na Pinxterdag 1325. AERNOUT VAN LOCKHORST met Lockhorst, Emiclaer enz. beleend door HENDRIK VAN BOUCHOUT Abt van St. Paulus.
ARNOUT VAN LOCKHORST, heer van Lockhorst, EmiŁwclear, enz. werd na liet vereffenen van het geschil met zijn neef WOUTER VAN LOCKHORST, door den abt van St. Paulus met de leengoederen beleend. Hij was in 1377 leengetuige van den Abt van St. Paulus;
Schout Van Utrecht.