Deken van Oudmunster (1486, 1501, 1509) en eertijds Domkanunnik, die 44 jaar het dekenaat bekleedde. Vicaris-generaal van de bisschop (Frederik van Baden) in geestelijke zaken vanaf 1496 en als zodanig behorende tot de voornaamste bestuurders van het bisdom.
LOCHORST (Herman van), zoon van Willem van Lochorst, kleinzoon van Jacob, overl. als deken van St Salvator te Utrecht 11 Aug. 1527. Te Rome vertoefde hij als pauselijk palfrenier (parafrenarius) aan de curie en werd 15 Mei 1483 als zoodanig door Sixtus IV naar deze streken gezonden met opdracht om voor de pauselijke hofhouding paarden te koopen. In hetzelfde jaar volgde bij Dirk Wterweer als deken van St. Salvator op, welke aanzienlijke waardigheid hij tot zijn dood bekleedde. Reeds vroeger 15 Apr. 1482 was hij toegelaten tot een prebende in het domkapittel, en sedert 1486 bezat hij tevens de proosdij van Elst, in welke waardigheid hij werd opgevolgd door Steven van Rumelaer. In een acte van 1488 (op het stadsarchief te Utrecht) treedt hij op als beschermer der rechten van het klooster te Windesheim en de andere met het kapittel-generaal van Windesheim verbonden kloosters. Tijdens de regeering van bisschop Frederik van Baden was hij diens vicaris-generaal. Aanteekeningen over zijn bestuur als zoodanig loopende over de jaren 1497 tot 1517 berusten in het rijksarchiefdepot te Utrecht. In 1512 biedt hij Dantzig zijn dienst aan voor zijn diplomatische zendingen (Kernkamp, Baltische Archivalia, 212). Aan de kapittelkerk schonk hij een der drie haar sierende vensterÙwglazen. Zijn testament van 1512 is in het archief van Oudmunster (rijksarchief Utrecht). Hij had een zuster Cornelia gehuwd met Arnold Taets van Amerongen. Zie: Hoynck van Papendrecht Analecta III A, 219-221; G. Brom Archivalia in Italië I no. 497; S. Muller Fz Regesten v.h. archief der stad Utrecht (Utrecht 1896) no.1144, 1238, 1252; R. Fruin, Achief O. L. V. Abdij te Middelburg (1902) reg. 1225-1228;
Archief Aartsb Utrecht I, 342, 352; III, 185 v.; VII, 175 (waar zijn sterfjaar ten onrechte op 1529 wordt gesteld), XI, 356; XXI, 17; XXV 251; Bijdragen Bisdom Haarlem XVIII (1893) 307 v.;
A. M. C. v. Asch v. Wijck, Archief, passim Register oud-archief Kampen no. 1101, 1116, 1117;
hs. van Brock (rijksarchief Utrecht D. 1355). Zijn door Jan v. Scorel geschilderd portret, in
het bezit van den graaf van Fürstenberg op slot Herdringen in Westfalen, is afgebeeld in Oud ÙwHolland XXIII (1905) 64.
(van Kuijk)
Karel van Mander wist dat het 'Drieluik met de intocht in Jeruzalem' als gedenkteken voor de schenker, Herman van Lokhorst, in de Dom van Utrecht was geplaatst. Hij heeft het waarschijnlijk in de viering van de kerk zien staan, want hij geeft een gedetailleerde beschrijving: 'eenen Palmsondagh/ te weten / daer Christus op den Esel rijdt nae Jerusalem: hier was de Stadt in nae 't leven: daer waren kinderen en Joden / die boomtacken en cleederen spreyden / en anderen omstandt.' (...) Kennelijk heeft Herman, die volgens Van Mander een kunstliefhebber was, Scorel na zijn terugkeer in Utrecht onderdak verschaft en heeft hij de jonge schilder ook andere schilderijen laten maken. Herman en zijn natuurlijke zoon Willem, die later als kanunnik een collega van Scorel zou worden, was gelijktijdig met deze in Rome geweest. Het is daarom te begrijpen dat deze leden van de familie Lokhorst voorstanders waren van Jan van Scorels 'nieuwe manier'. (...)
Akte van erkenning door Albert Wouters dat hij van Herman van Lockhorst, deken van Oudmuster, diens hofstede te Lockhorst bij Amersfoort in pacht heeft ontvangen. 10 Aug 1507. (RAU: Inv. Huis Lockhorst te Leusden, 110-138 nr. 15a)
Op het altaar van St. Nicolaas: Op 11 augustus 1527 overleed Herman van Lokhorst, deken van dit vermaarde Oudmunster en eertijds Domkanunnik, die 44 jaar het dekenaat bekleedde. Zijn ziel ruste in vrede, Amen.
Archieftitel: rooms-katholiek (rk): domkapittel, toegangsnummer: 216
Opdracht door de bisschoppelijke officiaal aan notaris Gerard Beyer van het getuigen verhoor in een proces over de wettige geboorte van Herman van Lokhorst, deken van Oudmunster en kanunnik van de Dom, met aangehecht getuigenverhoor, 1508
175. Een hofstede (1358: en huis) in Utrecht aan de Vismarkt (1331: of Heerstraat; 1644: aan de oostzijde van de Oude Gracht, waar de Visser uitsteekt, vanouds genaamd de Zalm), (1517: verminderd met 30 voet aan de achterzijde), boven (1385: de heren ten Dom, waar nu de kinderen van Coppert Muus op wonen; 1419: kinderen Dirk Here met huis en hofstede; 1531: het kapittel ten Dom; 1644: Gijsbert Bernardsz. Hall), beneden (1385: Paulus van Vreeland, die in tijns houdt van de heer uten Goye; noord: 1419: Jacob Gerardsz.; 1531: Adriaan van Helsdingen; 1644: Arnout Willemsz. van Groenendaal), (1422: belast met erfpacht voor de leenheer; 1407: jaarlijks 28 franse schilden waardig).
9-9-1517: Een erfje van 30 voet wordt verkocht aan heer Herman van Lokhorst, deken van Oudmunster, om aan zijn turfschuur toe te voegen, LRK 123 c.Sticht fo 6v.
47. De tiende te Sliedrecht en Oversliedrecht aan beide zijden van de Merwede
21-5-1494: Nikolaas Jansz. voor heer Herman van Lokhorst, deken van Oudmunster te Utrecht, bij dode van Willem, diens vader, waarna overdracht aan Jan van Lokhorst, Hermans neef, Huis Hackfort, inv. 84 fo. 21.
ACTEN IN HET FAMILIE-ARCHIEF DE CLERCQUE WISSOCQ DE SOUSBERGHE IN HET RIJKSARCHIEF TE GENT
17-7-1497: Herman van Lochorst, deken van Sint Salvator te Utrecht en pastoor van de Sint Willebrordskerk te Vlerdinghen, verklaart dat de door heer Jacob Henricsz. gestichte vicarie op het altaar van Sint Anthonius en Sint Joost in genoemde kerk altijd door de stichter en zijn opvolgers begeven zal worden.
De visserij vanaf de Oude Lek stroomafwaarts tot aan de sluis bij Bergherkercke en bij Strevelant tot aan Herewaert en die vanaf Schoenhove tot aan de kerk van Oud Ammers.
ÙR
1495: Rutgher van Ylem te Delft 80 gulden (inv. nr. 483, 8).
10-3-1496: Herman van Lochorst, deken van Oud Munster te Utrecht, neemt voor 6 jaar in pacht tegen 200 rijnsgulden van 20 st. het vroon in de Leck vanaf Ammerskerck of Zuythollant tot aan de zijtwinde boven Schonenberch, n.1. de Oude Leck, de Snackert of de Maess, de Oudenoort of Cortenesse, de Slijck of Naeldwijck en het deel van Clippelworp, dat van het kapittel is. Hij zal Rutgher van Ylem, poorter van Delft, schadeloos stellen voor de pacht, die deze heeft aan de Snackert en de Cortenesse en een ton doen leggen, waar de vissers van deze visserijen gezamenlijk bevissen. Hij stelt zekerheid op zijn prebende. behalve de turf en de kapoenen (inv. nr. 1597:2).
1496-1500: De deken van Oud Munster 200 rijnsgulden (483, 8).
646. De erfpacht, groot 13 pond 8 sc. 4 d. Dordrechts van 146 morgen land met rechtspraak in het graafschap Hollant in de parochies Delf en Sciplede, n.1. in de eerste 96 morgen in de Vrijen Ban en in de tweede 50 morgen
25-10-1412(?): Notaris Henric van der Laen, klerk van het bisdom Utrecht, instrumenteert dat heer Herman van Lochorst, deken-, Gerard Foeck, Arnold Wael, Willem van Ransdorp, Herbern van Oy, Pieter Praest, Johan Colentijr, Andries van Schoerle, Johan Dircsz., Johan van Ghinckel, Otto Arenly en Ghisebrecht
Heerman, kanunniken van de kerk van Utrecht, een vordering instellen tegen Philips die Bloet over goederen te Sciplede en verzoeken dat hij of zijn gemachtigde over 15 dagen zal verschijnen om door de officiaal van de bisschop en de aartsdiaken ter Dom uitspraak te horen doen tussen hem en Andries van Lisse (inv. nr. 1256).
1225. Herman van Lockhorst, deken van Oldemunster en Domkanunnik te Utrecht, vicaris-generaal van den bisschop van Utrecht, Steven van Zuylen van Nyevelt, landcommandeur der balye van Utrecht, en Gereth van Rossum, voogd te Candow in Lijfflant, gedelegeerden van den heermeester van Lijfflant der Duytsche orde en van dr. Cristiaen Boemhouwer, commissaris der gratiën en aflaten, door den paus aan den heermeester toegestaan, erkennen van Peter van der Capellen, abt van het Onsser Liever Vrouwen klooster te Middelborch, 830 pond 9 schellingen 11/2 grooten VI., in die stad opgebracht, ontvangen te hebben. Gegeven tot Utrecht int jaere onss Heren dusent vijffhondert ende neeghen opten vierden dach in Marcio. Oorspr. (Inv. nr. 629). Met het geschonden zegel van den voogd te Candow in groene was; die van den deken en den landcommandeur verloren.
Datering 1509 Maart 4
(Toegangsnummer: 27, Archieftitel: Onze Lieve Vrouwe Abdij)
Opdracht door de bisschoppelijke officiaal aan notaris Gerard Beyer van het getuigen verhoor in een proces over de wettige geboorte van Herman van Lokhorst, deken van Oudmunster en kanunnik van de Dom, met aangehecht getuigenverhoor.
Datering 1508
(RAU, Toegangsnummer: 216, Archieftitel: rooms-katholiek (rk): domkapittel)
4116. Stukken betreffende het proces, gevoerd voor een pauselijke commissaris in appèl, door Herman van Lochorst, deken van Oudmunster, tegen het domkapiitel over de weigering van het kapittel om hem de presentiegelden uit te keren, die hij als kanunnik verdient, met verdediging van het kapittel met klachten over verschillende handelingen van Herman van Lochorst als vicaris van de bisschop, waardoor het kapittel benadeeld is Datering 1508
(RAU, Toegangsnummer: 216, Archieftitel: rooms-katholiek (rk): domkapittel)
4150. Mandaat van Hermannus van Lochorst, deken van Oudmunster, subgedelegeerde van de paus, aan allen die goederen van het benedictijner klooster van St. Paulus te Utrecht onder zich houden, om deze terug te geven Datering 1514 nov. 19
(RAU, Toegangsnummer: 216, Archieftitel: rooms-katholiek (rk): domkapittel)
1228. Herman van Lochorst, deken van Oldemunster en Domkanunnik te Utrecht, vicaris-generaal van den bisschop van Utrecht, gemachtigde van dr. Cristiaen Boemhouwer, commissaris der gratiën en aflaten, door den paus aan den heermeester van Lijflant der Duytsche orde toegestaan, erkent van Peter van der Capellen, abt van Onser Liever Vrouwen klooster te Middelborch, 132 pond 14 schellingen 1 groot 4 miten VI., in die stad opgebracht, ontvangen te hebben. Gegeven tot Utrecht int jair ons Heren duysent vijffhondert ende neghen opten anderden dach in Meye. Oorspr. (Inv. nr. 629). Met het zegel van den deken in roode was. Datering 1509 Mei 2
(Toegangsnummer: 27, Archieftitel: Onze Lieve Vrouwe Abdij)
Akte waarbij Erricus Valkendorff, aartsbisschop van Trondheim en pauselijk legaat, veertig dagen aflaat verleent aan allen die de daartoe vastgestelde gebeden storten voor de beelden van St. Salvator, de H. Maagd en St. Jan Baptist boven de kloosterpoort van Nieuwlicht, 1521 (288r-v) N.B. Deze akte is opgesteld en uitgegeven ten huize van Herman van Lockhorst, deken van Oudmunster.
Toegang: 503 ÙW Inventaris van de archieven van de kloostersRubriek: 01.2.08.1.2 ÙW Kloosters
Nummer: 590Beschrijving: Aanmaning van de deken van Sint Salvator te Utrecht volgens de bul van paus Eugenius IV om het klooster niet in zijn bezittingen te storen, 1499.Materiële omschrijving: 1 charterDatering: 1499-1499Opmerkingen: Regest(en): 1950 1950. Hermannus de Lochorst, decanus ecclesie sancti Salvatoris Traiectensis, iudex, executor et conservator, beveelt bij akte verleden voor notaris Petrus de Peelt de hierbij geïnsereerde bul van paus Eugenius IV van 1431 november 11 (Reg. nr. 532) af te kondigen aan alle personen, die zich rechten aanmatigen op goederen van de Regulieren te Leyderdorp, als mede ressorterende onder het klooster van Windesheim, om dit klooster in het ongestoorde bezit te laten van zijn rechten en om de weerspannigen voor zich te dagen in de kerk sancti Salvatoris Traiectensis. 1499 mei 4.
Toegangsnummer: 223 (RAU)
Archieftitel: rooms-katholiek (rk): kapittel oudmunster
2. Inventaris
2.2. De kerk en zijn immuniteit
2.2.2. Claustrale huizen
Akte van huur van een uitgang voor zijn huis en hofstede in de montade op het St. Maartenskerkhof aan de noordzijde naast de St. Maartenstoren door deken Herman van Lochorst van Adriaan van Pallaes naar de Vismarkt
Datering 1510, met een kwitantie, 1513, een akte van koop door Van Lochorst van Van Pallaes van een stukje erf bij het huis van laatstgenoemde, 1517, en een nadere overeenkomst over de uitgang tussen het kapittel en de opvolgende eigenaar Hans van den Bosch, 1601 (1602)
Omvang 1 omslag, 4 charters
Portret wordt door Friedlander gedateerd op ca. 1526. Westfalisches Landesmuseum
Volgens aantekeningen van Willem Vincent van Wyttenhorst in de door hem in de jaren 1651-1659 opgemaakte inventaris van zijn schilderijen:'[Fol 28, no. 65]: tconterfeytsel van heer Herman van Lockhorst scholaster van Outmunster met sijn geestelick habijt ende sijn wapenen voor int paneel seer curieus ende aerdig gedaen van Schorel mijn vrow aengecomen deur afsterven van heer Bernaerdt van den Bongaert heer van Nienroide haer man dus alhier pro memoria [in de marge:] heeft myn vrow van haer man za: is op Gansoijen'Over de verzameling van Willem Vincent van Wyttenhorst, waarvan onderhavig portret deel uitmaakte, zie: C.H. de Jonge, 'Utrechtse schilders der 17de eeuw in de verzameling van Willem Vincent, Baron van Wyttenhorst', Oudheidkundig Jaarboek, 4de serie, 1 (1932), p. 120-134.Herkomst: collectie Vincent van Lockhorst; collectie Maria van Lockhorst, gehuwd met Bernard van den Bongart; collectie Bernard van de Bongart; via zijn weduwe Wilhelmina van Bronckhorst in de collectie van haar derde echtgenoot Willem Vincent van Wyttenhorst, kasteel Gansoijen; via vererving Wyttenhorst/Hochstedten (1835) naar de familie van de huidige eigenaarTentoonstellingen: Ausstellung alter Malerei aus rheinisch-westfalischem Privatbesitz, Dusseldorf (Kunstverein) 1928, p.42-44, nr. 78, met afb.; Meisterwerke Hollandischer und Flamischer Malerei aus Westfalischem Priv atbesitz, Munster (Westfalisches Landesmuseum fur Kunst- und Kulturgeschichte) 1939, p. 19, nr. 64Literatuur: M.J. Friedlander, 'Das Inventar der Sammlung Wyttenhorst', Oud-Holland 1905, p. 63-68, i.h.b. p. 65-66, afb. t.o. p. 64; G.J. Hoogewerff, 'Jan van Scorel of "Zuan Fiamengo"?, Oud-Holland 47 (1930), p. 169-188, i.h.b. p. 181-182, afb. 6; M.J. Friedlander, Early Netherlandish painting 14 delen, Leiden 1967-1976 (herdruk van uitgave 1924-1937), dl. 12 (1975, oorspr. 1935), p. 71, 126, nr. 353, afb. op pl. 187; M. Boers, 'De schilderijenverzameling van baron Willem Vincent van Wyttenhorst, Oud Holland 117 (2004), 181-243, i.h.b. p. 225, 240, nr. 70, met afb.Beschrijving: wit haar, zwarte muts met zijkleppen, rood geestelijk gewaad, handen samengevouwen.VoorgesteldeIn Rome palfrenier aan de curie onder paus Sixtus IV. Kanunnik van de Dom te Utrecht (1482), deken van de Utrechtse Sint-Salvatorkerk (1483-1527), bezat de proosdij van Elst sinds 1486. Vicaris-generaal van de Utrechtse bisschop Frederik van Baden in geestelijke zaken vanaf 1492 en als zodanig behorende tot de voornaamste bestuurders van het bisdom.Hoewel als geestelijke niet gehuwd, had hij wel een zoon. Beschermheer vande schilder Jan van Scorel aan wie hij de opdracht gaf het nu beroemde drieluik met de Intocht van Christus in Jeruzalem te schilderen.