263A. Een vierde deel van heerlijkheid, ambachtsheerlijkheid en
gevolg van Naters.
4-1-1565: Willem van Drenkwaard heer Boudijnsz. voor Boudewijn van Drenkwaard heer Willemsz., zijn vader, bij overdracht door Jan Meesters van Leiden, LRK 130 c. Zeeland fo. 49.
12-10-1579: Willem van Drenkwaard bij dode van Boudewijn, zijn vader, LRK 134 fo. 345v-346.
10-4-1593: Jacob Snoek voor Cornelia van Drenkwaard bij dode van Willem, haar vader, LRK 138 fo. 117v-118~.
6-12-1633: Willem Taats van Amerongen bij dode van Cornelia van Drenkwaard, zijn moeder, voor zijn huwelijk, LRK 146 c. Arkel fo. 17v.
28-6-1642: Jacob van der Goes, ontvanger van de gemene middelen van den Briel en Voorne, bij overdracht door Johan van de Werve, heer van Urk, voor Willem Taats van Amerongen, vrijheer van Giessenburg, te Mechelen, LRK 149 c. Arkel fo. 21-22~.
263 A. Een achtste van het ambacht van Naters.
24-3-1642: Boudewijn van Heemskerk alias Bekestein ook voor Johan van Heemskerk alias Bekestein, heer van Incourt, zijn broer, bij dode van Boudewijn van Drenkwaard, heer van Giessendam, Naters enz., hun grootvader, na kaveling met Johan van de Werve, heer van Urk, ook voor wijlen Cornelia
van Drenkwaard, vrouwe van Giessenburg, Willem Taats van Amerongen, heer van Giessenburg, haar zoon, en Jacob de Brouxelles, erfgenaam van Jasperina van Drenkwaard, vrouwe van Baardwijk enz., LRK 149 c.Arkel fo 18-21.