Eenige zoon van Johannes v.R. en Agnes van Munster, geboren omstr. 1625, toegelaten tot den Landdag van Overijssel in 1644, diende aanvankelijk onder Frederik Hendrik en Willem II. Vervolgens zitting bekomen hebbend in het college van Gedeput. Staten van Overijssel, trad hij als anti-stadhouderlijk man heftig op in die provincie en leidde jarenlang de heftige overijsselsche twisten tegen zijn wederpartij, de Haersoltisten, waardoor het gewest deerlijk verscheurd werd en een gemakkelijke prooi werd voor den in 1666 en 1672 binnengevallen bisschop van Munster.
Hij was de laatste van zijn stam in ons land en overleed in het voorjaar van 1682, Twickel en de heerlijkheid Lage nalatende in vruchtgebruik aan zijne weduwe Amadea Isabella, gravin van Flodorff, en in eigendom aan zijne eenige dochter Adriana Sophia, die door haar huwelijk op 26 April 1676 met Jacob Jan rijksgraaf van en tot Wassenaer, heer van Obdam, de uitgestrekte landgoederen in het geslacht der Wassenaers overbracht.
Zijn door P. Nason geschilderd portret hangt op Twickel.
Zie: Th. Bussemaker, Geschiedenis van Overijssel II, 4 e.v.
ten Kuile