Home Genealogy Lockhorst | Email



Notes for Adelheid Emma Wilhelmina Theresia van Waldeck Pyrmont


Prinses van Oranje-Nassau, Prinses van Waldeck-Pyrmont, was de echtgenote van koning Willem III en Koningin-regentes der Nederlanden van 1890 tot 1898. Als regentes deed ze dienst als feitelijk staatshoofd van Nederland; eerst enkele dagen voor diens dood voor haar echtgenoot, de daarop volgende jaren voor haar minderjarige dochter Wilhelmina. Als zodanig was ze de facto het eerste vrouwelijke staatshoofd van Nederland.

Adelheid Emma Wilhelmina Theresia was een van de zeven kinderen van George Victor, Vorst van Waldeck en Pyrmont, en Helena, Prinses van Nassau-Weilburg. Haar grootmoeder van vaderszijde, Emma van Anhalt-Bernburg-Schaumburg-Hoym, naar wie ze was vernoemd, was een kleindochter van prinses Carolina van Oranje-Nassau. Haar grootvader van moederszijde was een kleinzoon. Emma stamde dus zelfs via twee lijnen van het Huis Oranje-Nassau af.

De prinses had thuis een gedegen, brede, christelijke opvoeding genoten. Ze was leergierig en sociaal bewogen. Haar Engelse gouvernante had haar goed op de hoogte gebracht van de arbeidsverhoudingen in die dagen. Voordat ze naar Nederland verhuisde, kreeg Emma les in Nederlandse taal en geschiedenis, want ze wilde een Nederlandse worden en blijven.

Willem III was oud genoeg om Emma's vader, of zelfs haar grootvader te zijn: Bij hun verloving op 30 september 1878 in Arolsen was Emma twintig en Willem eenenzestig jaar oud. Ze trouwden op 7 januari 1879, en op 31 augustus 1880 werd er een dochter, Wilhelmina geboren. Zijn relaties met het Amerikaanse barmeisje Elisa Parker en met Leonora d'Ambre, een Parijse operazangeres, haalden zelfs de nieuwsbladen. De keuze voor Emma kwam nadat de vorst ten huize van Waldeck-Pyrmont kennismaakte met Emma's drie jaar oudere zuster Pauline en zelfs serieus overwoog haar te trouwen. Hij had overigens elders nòg een huwelijksaanzoek lopen, bij de dochter van zijn zus: Elisabeth van Saksen-Weimar-Eisenach, maar die was er achteraf niet rouwig om dat zij werd gepasseerd.
Willem III vond bij Emma zijn jeugdige tweede echtgenote rust. Eerder was de koning getrouwd met zijn nicht Sophie van Württemberg, die in 1877 was overleden. Hun huwelijk was erg slecht; de echtelieden leefden sinds 1855 gescheiden van tafel en bed.

De eerste jaren van haar huwelijk leidde koningin Emma een onbezorgd leven. Koningin Emma was liefhebber van houtbewerking en was frequent te vinden in haar werkplaats in Utrecht. Daarnaast wijdde zij zich volledig aan de opvoeding van haar "Wimmy"[1]. Maar de toekomst tekende zich al spoedig anders af dan verwacht. In 1884 stierf prins Alexander (32), de ongehuwde jongste zoon uit het huwelijk van Willem III en koningin Sophie. Willems oudste zoon, prins Willem (38), bleef vrijgezel en was al in juni 1879 overleden. In 1850 had de koning de zesjarige Maurits verloren.

Krachtens de grondwet werd nu prinses Wilhelmina de troonopvolgster. De prinses was pas drie jaar en de koning vijfenzestig. Derhalve diende wegens de hoge leeftijd van de koning een regent aangewezen te worden om eventueel namens de prinses tot aan haar meerderjarigheid het koninklijk gezag waar te nemen. De Verenigde Vergadering van de beide Kamers der Staten Generaal stemde op 29 juli 1884 in met de benoeming van koningin Emma als regentes.

Vier jaar later werd zij tevens benoemd tot voogdes over de minderjarige troonopvolgster. Dat was omdat de gezondheid van de koning in oktober 1888 sterk achteruit ging. In mei van dat jaar liet het koninklijk gezin de drukte van Den Haag achter zich en trok zich terug in Het Loo. De koning was buiten staat om te regeren. Koningin Emma werd daarom op 14 november 1890 met algemene stemmen door de Staten Generaal benoemd tot regentes van haar man en op 20 november in Den Haag beëdigd. Zij nam de koning slechts drie dagen waar want op 23 november 1890 overleed de vorst, drieënzeventig jaar oud, en werd het koningschap overgedragen aan de tienjarige prinses Wilhelmina. Emma nam als regentes voor haar dochter - op 8 december 1890 daartoe beëdigd - tot aan Wilhelmina's achttiende verjaardag in 1898 de regeringstaak waar.

Ze zette zoveel mogelijk de lijn van Koning Willem III voort. Al direct trof zij maatregelen om elke minister eenmaal in de veertien dagen persoonlijk te ontmoeten en, anders dan haar overleden man, hield zij zich nauwgezet aan de regels van het constitutionele koningschap. Ze stelde zich open voor eenieder die haar wilde spreken en stond erop zelf zoveel mogelijk post te openen en af te handelen, ook als zij op Het Loo of in Soestdijk vertoefde. In de periode van koningin-weduwe-regentes kreeg Emma onder meer driemaal te maken met een kabinetsformatie, die haar zorg gaf.

Naast haar bestuurlijke taak besteedde koningin-moeder Emma grote aandacht aan de opvoeding van haar dochter. In haar ogen diende de jeugd van de nieuwe koningin op haar zestiende voorbij te zijn, om dan nog twee jaar "klaargestoomd" te worden voor haar taak als regerende koningin op 31 augustus 1898. Tot 1896 werd Wilhelmina dan ook omringd door oude en wijze lieden, leden van de hofhouding en een gouvernante.

Emma was vroeg oud. De dertigjarige vorstin zag er veel ouder uit dan haar jaren rechtvaardigden en haar gezondheid was broos.

Als regerend koningin koos de jonge Wilhelmina al snel haar eigen weg. Zij probeerde onder de druk van haar moeder uit te komen, maar ze moest toch veelvuldig terugvallen op de grote kennis van Emma in protocollaire kwesties. Aanvankelijk woonden de beide vorstinnen nog samen in paleis Noordeinde, maar toen Wilhelmina in het huwelijk trad, trok Emma zich terug in het Paleis Lange Voorhout. Zij was niet meer zo gesteld op het society-leven aan het hof maar hield desondanks grote ontvangsten en ook audiënties voor diplomaten. Ook al leefde ze vrij teruggetrokken met haar eigen koninklijke huishouding, als weduwe van de oude koning voerde zij een grote staat.

Emma zette zich volledig in voor de bestrijding van tuberculose, destijds volksziekte nummer 1, en deed veel aan liefdadigheid. Zelf had ze een van haar zusters, Sophie, verloren aan tbc.

In 1909, toen een troonopvolger (Juliana) was geboren, moest opnieuw worden voorzien in een onverhoopt regentschap gedurende de minderjarigheid van Juliana. Wilhelmina's gemaal Hendrik werd daartoe door de regering minder geschikt gevonden, terwijl politiek Nederland goede herinneringen bewaarde aan het regentschap van Emma. Wilhelmina bewilligde, en Emma was opnieuw reserve-koningin van 1909 tot aan de staatsrechtelijke meerderjarigheid van prinses Juliana in 1927.

Emma overleed op 20 maart 1934 aan een longontsteking.

Na haar overlijden werden in opdracht van koningin Wilhelmina postuum twee Nederlandsch-Indische bankbiljetten van 10 en 20 gulden uitgegeven met de afbeelding van koningin Emma.
HOME | EMAIL | SURNAMES |

Laatste wijziging op 19 april 2011 door Arwi Lokhorst
Rhode Island - USA

 


Page built by Gedpage Version 2.20 ©2000 on 18 April 2011