Hij was in de Ridderschap van het Sticht bij het Accoord met den Bisschop in 1375. Hij beleende in 1382
zijn broeder Frederik met tiendens te Jutphaes. In 1400 diende hij als HollandŮus leenman tegen de Friezen. In 1406
bezegelde hij den Landbrief van Bisschop Fredrik van Utrecht. (GB 1908)